In afwachting van de resultaten, welke men binnen vier jaar zal kunnen beoordeelen, zal aan deze kolonisatie voorloopig geen uitbreiding gegeven worden.

De kolonisatie van het Indo-Europeesch Verbond (I.E.V.) „d e G i e s t i n g" in de Lampongsche districten.

Waar deze vereeniging over gronden van uitmuntende kwaliteit beschikt, de klimatologische en hygiënische omstandigheden gunstig zijn en ten slotte de ligging ten opzichte van het afzetgebied goed is, acht de Kolonisatie-raad het mogelijk op deze terreinen onder deskundige leiding en na grondige voorbereiding een nieuwe proef op te zetten.

De gang van zaken bij de bestaande kolonisatie onderging in het afgeloopen jaar niet veel wijziging. Helaas bleef de marktconjunctuur voor koffie minder gunstig.

Aan de kolonisten werden restauratie-credieten verstrekt om den verwaarloosden koffie-aanplant weer op peil te brengen, terwijl in aansluiting hierop de coöperatie-gedachte weer nieuw leven ingeblazen werd door bij de verleening der credieten de kolonisten te verplichten hun producten aan de fabriek van het I.E.V. af te leveren. Hierdoor kon deze op volle capaciteit komen, terwijl de onderlinge concurrentie verdween. Voorloopig is het resultaat, dat de fabriek vanwege den grooten aanvoer van koffie uitgebreid moet worden.

De kolonisatie van Inlandsche intellectueelen teWay Seka mp o e n g. De vereeniging Menoedjoe Membrantas Penganggoer Pemoeda is te Way Sekampoeng in de Lampongsche districten een kolonisatie begonnen van Inlandsche intellectueelen, die vóór hun uitzending een jaar of langer in de leer- en werkkampen te Malang en Ketindan zijn opgeleid.

Ten slotte behandelt het verslag van den Kolonisatie-raad nog een aantal niet-gesubsidieerde kolonisaties, welke grootendeels zijn mislukt.

Het verslag over 1938 van den Kolonisatie-raad behandelt, na het overzicht van de wederwaardigheden van de verschillende kolonisaties van Europeanen in de Buitengewesten, de vraag, hoe de zaak moet worden aangepakt.

De practijk der laatste jaren heeft geleerd, dat het stelsel der individueele kolonisatie, zooals de Giesting, de Siking en de Imiw (Indische Maatschappij voor Indische Werkloozen) voorstonden, dusdanige bezwaren aankleven, dat het in principe verworpen dient te worden en dat elke nieuwe kolonisatie gebaseerd moet zijn op een stelsel van samenwerking en coöperatie, hetgeen medebrengt, dat de individueele kolonisten ondergeschikt worden aan het groepsverband.

Aanvankelijk moet deze ondergeschiktheid zoo goed als volkomen zijn en daarom acht de Raad dezen vorm bij uitstek geschikt voor bezitlooze, jeugdige kolonisten, die nog zoo plooibaar zijn dat zij zich naar de vele eischen kunnen schikken.