Heldring, E., De expeditie van 1939 van het KonmKlijK meaenanuscii naiuiy».»kundig Genootschap naar het Nassaugebergte op Nederlandsch Nieuw-Guinea. Met kaartje. (K. N. A. G., LVI, pag. 3°5 32°)*

Hofmann, Louise, Reisindrukken. Pallanza, Lago Maggiore. (Studiën: Kathol, cultureel tijdschr. 1939, pag. 531—541)-

Kaskeline, Egon, Le commerce de la France avec son empire. (Tijdschr. voor econom. geogr. 1939, pag. 124—127).

Nova Guinea. A journal of botany, zoology, anthropology, ethnography, geology and palaeontology of the Papuan region. Ed. by L. F. de Beaufort, A. A. Pulle and L. Rutten. Leiden, E. J. Brill. 1939. 4°. New Series. Vol. III. With 1 coloured and 8 black plates, 3 maps, 22 graphs and 119 textfig. VII, 267 blz. ƒ 20.—

Pannekoek, A. J., Ontdekkingen in het centrale gebergte van Australisch NieuwGuinea. Met kaartjes. (K. N. A. G. LVI, pag. 371 377)-

Royen, W. van, The influence of climate and soil upon the productivity of the land in the American Middle West. (Tijdschr. voor econom. geogr. 1939, pag. 81 98).

With fig.

Segers, P. Arthur, China. Het volk, dagelijksch leven en ceremoniën. Met een inleiding door F. Beelaerts van Blokland. 2e uitg. Amsterdam, Wereldbibliotheek 1939. 8°. 238 blz; 160 blz. pl. ƒ6.50; geb. ƒ7.50.

Sitter, L. U. de, La géologie des alpes méridionales d'après les levés récents. (Geologie en mijnbouw I939i Pag- 68—91).

Smits, G., De beteekenis der Joegoslavische rivieren voor het handelsverkeer. (Tijdschr. voor econom. geogr. 1939, pag. 98—103). Met afb.

Uittreksel van verslagen, ingediend door den commandant van het dekkingsdetachement der Amerikaansch-Nederlandsche Expeditie naar Midden Nederlandsch Nieuw-Guinea. Door de Redactie. Met kaarten. (K. N. A. G., LVI, pag. 321 342)Verslag van een onderzoek naar de ontwikkeling van den Canadeeschen landbouw sedert 1930, meer in het bijzonder naar den invloed, welken deze ontwikkeling zal hebben op het aanbod van bacon, zuivelproducten en tarwe uit Canada op de Europeesche markt. (Uitgegeven door het) Departement van Economische zaken. Directie van den landbouw. 's-Gravenhage, Rijksuitgeverij. 8°. 87 pag. Geïll. ƒ I.

Amsterdam E. J. VAN DER LINDEN

III. NEDERLANDSCH OOST INDIË

Algemeen

Blanke, W., Ruins of Volcanoes. Geïll. (The Netherlands Mail 6; I939i PaS-1 *9—122).

Malaya and empire defence. Geïll. (United Empire 30; 1939; pag. 846-847).

De, J. C., Dutch and English piracies in Eastern waters and their effect on the company's trade with India (1620—1661). (New Indian Antiquary I; pag. 649—666).

Furnivall J. S., Netherlands India: A study of plural economy. Cambridge University Press 1939* Geïll. XXII en 5°2 blzn. 8°.

Hallema, A., Beschouwingen over de noodzaak en mogelijkheden van kolonisatie der Nederlanders naar Oost- en West-Indië een eeuw geleden. Slot. (De Ind. Gids 61; 1939; Pag- 5J3—523)-