deze laatste zich voornamelijk aan zijn anthropologische onderzoekingen kan wijden.

Tot zoover in groote lijnen enkele mededeelingen omtrent de samenstelling en de uitrusting van de expeditie, zooals deze thans te velde is.

28 Juni. Om half zes 's morgens zijn Hagdorn en ik met de heeren Nepveu en Reijnierse op den steiger, waar de assistent-resident ter beschikking, de heer Dee, aanwezig is om ons uitgeleide te doen. Met het morgengloren zitten wij in de lucht, Hagdorn en ik in het toestel

Kaartje van het expeditieterrein en omgeving, 1 : 3 000 000. Naar de schetskaart van Nieuw-Guinea, 1938, van den Topografischen Dienst.

T 22, bestuurd door commandant Nepveu. Van de waarnemersplaats heb ik een prachtig uitzicht over de baai van Ambon. Met een sierlijke bocht gaat het over de nog in rust zijnde plaats zuidoostwaarts in de richting van de Banda-eilanden. 't Is prachtig vliegweer. Om 7 uur komen genoemde eilanden in 't zicht. De heer Nepveu onthaalt mij op een rondje boven de Banda-groep, waardoor ik een uitstekenden indruk krijg van deze vulkaanruïne met den Goenoeng Api, den nieuwen eruptiekegel in het midden. Fraai doet zich de plaats met het fort Belgica met zijn vijf punten aan het oog voor. Tegen 9 uur zijn wij boven de Kai-eilanden, waar beide vliegtuigen landen op de reede van