andere factoren hierin ook een rol. De Corantijn is zeer lang en zeer moeilijk; de Tapanahoni en Paloemeu zijn slechts over betrekkelijk korte gedeelten heel zwaar (zie foto no. 3), terwijl de Lawa en de Litani zeker den gemakkelijksten toegangsweg vormen naar het grensgebied.

DE COMMISSIES

De Commissie, die door de Regeering werd benoemd tot het afbakenen der grens, bestond uit: vice-admiraal b. d. C. C. Kayser, hoofd der Commissie en leider der expeditie; oud-luitenant ter zee ie klasse A. J. H. baron van Lynden, lid (tevens plaatsvervangend hoofd) ; luitenant ter zee ie klasse F. H. M. van Straelen, lid.

Aan ons drieën was de grensafbakening opgedragen.

H. E. Rombouts, arts, lid; belast met de medische verzorging. Tevens zou hij zich bezighouden met het aanleggen van een botanische verzameling en de fotografie.

Aan de Commissie werd toegevoegd de korporaal-telegrafist der Koninklijke Marine K. Meuldijk, belast met den radiodienst.

Naast onze Nederlandsche Commissie had ook een Braziliaansche Commissie haar aandeel aan het grenswerk.

De eerste besprekingen tusschen de twee belanghebbende regeeringen, Brazilië en Nederland, dateerden reeds van 1906; Nederland stemde principieel toe in een „te eeniger tijd" te volbrengen afbakening dei* gemeenschappelijke grens. Brazilië had echter gedurende lange jaren grenszorgen in andere deelen van zijn reusachtig gebied; het grenst niet minder dan aan elf andere staten, en het werd 1934 voordat Nederland en Brazilië beide in staat waren de plannen ter hand te nemen.

Brazilië was toen reeds eenige jaren bezig — te zamen met Groot Brittannië -—- met de afbakening van zijn grens met Britsch Guyana en zag het oogenblik naderen, dat dit werk gevorderd zou zijn tot aan onze Surinaamsche zuidgrens. Een Bureau van grenszaken was te Manaos aan de Amazone gevestigd; het hoofd van dit Bureau, tevens hoofd der grensafbakenings-commissie, was de kapitein ter zee b. d. der Braziliaansche Marine Braz Dias de Aguiar. In 1936 werd het bureau naar Belèm de Para verplaatst, waarheen ook de heer Braz Dias de Aguiar verhuisde.

De Braziliaansche Commissie bereikte de grens langs verschillende zijrivieren van de Amazone.

De Britsche Commissie ,die in samenwerking met de Brazilianen de zuidgrens van Britsch Guyana, onzen westelijken buur, bepaalde, moest haar werk voortzetten tot daar, waar het werk der Nederlandsche Commissie zou beginnen. Dit aansluitingspunt was het door de Britsche en Nederlandsche Regeeringen gedachte drielandenpunt.

Op dezelfde wijze moesten wij ons werk naar het Oosten voortzetten tot het door de Fransche en Nederlandsche Regeeringen gedachte drielandenpunt. Tot de afbakening der zuidgrens van Fransch