bodem van de boot; veel later eerst ontdekten wij dat het gebruik van de gemakkelijke expeditiestoeltjes het evenwicht van de boot niet in gevaar bracht.

Vooral het eerste deel van deze lange reis bracht zooveel nieuws en ongewoons te zien, dat de ledigheid waarin ik — afgescheiden van wat lezen — mijn dagen doorbracht, vergoed werd door vele indrukven. Het zoo dicht mogelijk langs den oever varen, om zwaren stroom te ontloopen, gaf ons alle gelegenheid om van de oerwoudvegetatie te genieten, en in Juli en Augustus was de bloemenpracht aan de Corantijn wel heel bijzonder. Gordijnen van klim- en hangplanten met rose en witte bloemkelken vormden dikwijls een ondoordringbaren wand tusschen bosch en rivier. Alles wat bloeien wil in het oerwoud keert zich naar het licht en zoo zijn het de kronen der boomen en de rivieroevers, die kleur brengen in het onafzienbare groen. En in den blauwen hemel zorgden roodblauwe en blauwgele ara's — altijd in koppels vliegend — voor kleur, of kleine groene papegaaien, of de reusachtige witte en grijze koemewari's, statig-schoone reigers; en steeds aanwezig waren de groenblauwe „visschertjes" — een soort groote ijsvogel. Heel dwaas waren de troepen kleine vleermuisjes; opgeschrikt bij onze nadering vlogen er wel dertig tegelijk op van een tak ot dood hout om even verder alle tegelijk met groote snelheid zich weer vast te kleven tegen een anderen tak; maar juist deze kleine diertjes schijnen zeer bloeddorstig te zijn.

Afwisseling brachten verder allereerst de stroomversnellingen (soea s) en vallen. Tot aan de Wonotobo-vallen, die wij den 4den Augustus bereikten gaf de rivier geen ernstige moeilijkheden te overwinnen; die vallen echter — een complex van honderden groote en kleine vallen (zie foto no. 10) tusschen ontelbare eilandjes en rotsen, waar de uiterste oevers meer dan 4 kilometer uiteenliggen — hielden ons ze< dagen op; en eenmaal daarboven kwam er wekenlang geen eind aan de soms zeer moeilijke soela's. Bovendien begon het meer te regenen en veroorzaakte het wassende water dikwijls zeer zwaren stroom.

oven de Wonotobo-vallen begon ik met de kaarteering — door middel van boussole en afstandmeter — van den Britschen oever die over grooten afstand nooit was geschied; dit gaf gedurende eenige weken inspannend en dankbaar werk; al wist ik dat admiraal Kayser dit eveneens deed, zoo zouden wij later de twee resultaten kunnen vergelijken; zij vertoonden inderdaad goede overeenkomst Op een Zondag, die bovendien rustdag was, werden aan den Britschen oever sterswaarnemingen gedaan, waartoe radio-tijdseinen werden ontvangen (zie foto no. 11).

Eenige aanhalingen uit mijn reisjournaal volgen hier.

11 Augustus 1935. Ten 6 uur 45 al een stortbui met onweer. Daar oot 13 zeer lek is, wordt zij eerst hersteld; stukken van den bodem worden uitgenomen en met meegebrachte planken de gaten gedicht waarna de bodem gebreeuwd en gepikt wordt. Ten 14 uur is alles Waar en vertrekken wy Er werden in het kamp veel pirai's gevangen.

an Bosse schiet uit de boot een grooten groenen leguaan van een tak K.N. A.G., LVI.