doortastend besluit (11 Juni 1732), om onder geenerlei voorwendsel aan de behoeftige Paltsers eenige hulp te verschaften , dan alleen reisgeld voor den terugtocht naar hun vaderland. Deze maatregel, met de uiterste nauwgezetheid gehandhaafd, de eenig afdoende, waarmee de Commissie ongetwijfeld had behoorèn aan te vangen, maakte voor goed een einde aan de emigratie. Reeds den 17den Maart 1733 rapporteerde de Commissie, dat zij er haar doel mede bereikt had, en sedert dien tijd werd ze nooit weer met aanzoeken om reisgeld naar NoordA.merika lastig gevallen.

Misschien had het vasthouden aan dit besluit eenige verkoeling in de betrekking tusschen de Nederlandsche en de Pennsylvanische gemeenten doen ontstaan. Toch ging ze niet geheel en al verloren. Een bijzondere omstandigheid gaf er aanleiding toe, dat de Pennsylvaniërs in 1742 zich weder tot onze Broederschap wendden. Hunne kolonie had zich aanmerkelijk uitgebreid; zij genoten welvaart, rust en, wat de herinnering van een vroeger lijden hen vooral op prijs deed stellen, volledige vrijheid van godsdienst. Toch verkeerden zij in eenige bekommering omtrent het beleven van één hunner geloofspunten : de volstrekte weerloosheid. Waren zij vroeger zoo weinig in getal geweest, dat de Staat nauwelijks acht op hen sloeg, nu werd het anders. Zouden zij ook nu, wanneer óf tegen een vijandelijken inval der naburige Fransche kolonisten, óf tegen de strooptochten der Indianen eene algemeene volkswapening werd uitgeschreven, zich daaraan kunnen onttrekkenen hunne gemoeds-