van eenen daartoe aangewezen ambtenaar tor bewaring van de goederen der nalatenschap voor daarbij belanghebbenden, zoodat alleen deze laatsten zich verzetten of opkomen kunnen tegen eene handeling die alleen in hun belang is voorgeschreven, kunnende het derden, die met eene nalatenschap niets hebben uit te staan, onverschillig zijn of zij al dan niet verzegeld wordt en of, zoo zij verzegeld wordt, de wet daartoe vrijheid geeft, zijnde dit voor hen eene res inter alios;

dat nu uit de dagvaarding niet blijkt dat eischeres in eenig opzicht bij de nalatenschap van Sie Soan Nio geinteresseerd zou zijn;

dat het middel ook rechtens onjuist is; dat het beroep voor den eersten grond op art. 8 van Staatsblad 1855 no, 79 niet opgaat omdat dit niets te maken heeft met de vraag of de nalatenschap van eenen ab intestato overleden vreemden Oosterling kan en behoort verzegeld te worden volgens art. 652 sqq. Rv., daar het de competentie der Europeesche rechtbanken regelt en eene verzegeling geene rechtsvordering is, maar de daad van eenen ambtenaar, die hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van belanghebbenden goederen tegen verduistering beschermt; terwijl het beroep op dat Staatsblad ook niet kan baten, voor zoover daarbij de erfopvolging bij versterf volgens Europeesch recht niet op vreemde Oosterlingen toepasselijk verklaard is, omdat daaruit alleen volgt dat de wet van den vreemden Oosterling, die ab intestato overlijdt en niet het Europeesche recht zijne erfgenamen aanwijst, doch niet dat die erfgenamen tot diens nalatenschap geroepen door hunne en zijne wet, niet onderworpen zouden zijn aan het Hwropeesch recht ten aanzien van het recht van beraad, het voorrecht van boedelbeschrijving, het aanvaarden en verwerpen van erfenissen en onbeheerde nalatenschappen; dat, zoo deze bepalingen op hen toepasselijk zijn, zij ook kunnen of moeten doen verzegelen en alzoo de bepalingen van art. 652 sqq. Rv. opvolgen;

dat ook de aard van het middel meebrengt, dat er geen onderscheid kan zijn tusschen nalatenschappen ex testamento of ab intestato, omdat zal verzegeling iets beteekenen, zij dadelijk na het overlijden moet plaats hebben als men nog niets anders weet dan het overlijden zelf, daar, moest men wachten tot men weet