geene andere aanmerking op de rekening heeft gemaakt dan dat hij vermeent eenige door hem aangegevene posten betreffende ijzerwerken en machineriën niet aan den eischer verschuldigd te zijn, omdat blijkens overgelegd contract zekere heer Maxwell hem die ijzerwerken en machineriën heeft verkocht franco te leveren en deze levering op het land moest plaats hebben, en alzoo die goederen totdat de levering geschied was het eigendom van dien heer waren;

O. dat de eischer wel is waar niet heeft bewezen dat er eene mondelinge dan wel schriftelijke overeenkomst tusschen partijen is gesloten, doch dat zulks niet verhindert het bestaan 'eener stilzwijgend geslotene overeenkomst aan te nemen;

dat toch hij, die de diensten van een commissionnair en expediteur in de uitoefening dier beroepen gepraesteerd zonder eetiig protest aanvaardt en ze mitsdien stilzwijgend goedkeurt eene dergelijke overeenkomst tot stand brengt en mitsdien verplicht is dien commissionnair en expediteur de gedane voorschotten en het hem competeerend loon te betalen, welk laatste naar vastgestelde prijzen, de usance of billijkheid geregeld kan worden;

O. dat vermits door den gedaagde niet is betwist dat de ijzerwerken en machineriën in kwestie door hem zonder protest zijn aangenomen, thans te beslissen valt de vraag of hij zich op de door hem aangevoerde gronden aan de betaling der voorschotten en van het commissieloon kan onttrekken;

dat deze vraag ontkennend dient te worden beantwoord; dat toch de eischer als commissionnair en expediteur zijne diensten verricht en aangeboden heeft aan den geadresseerde, in casu den gedaagde, en deze die diensten stilzwijgend heeft goedgekeurd;

dat de overeenkomst door den gedaagde met den heer Maxwell omtrent de bedoelde ijzerwerken en machineriën gesloten voor den commissionnair en expediteur is eene res inter alios acta;

dat deze laatste zich in verbinding stelt met den geadresseerde en wanneer deze zijne diensten zonder protest, zooals in casu, heeft aanvaard, het hem onverschillig is of de goederen