O. dat evenwel de definitieve beslissing der hoofdzaak afhangt van daadzaken en rechtspunten, welke bij de vroegere behandeling onopgelost zijn gelaten;

Gelet enz.;

Rechtdoende,

Vernietigt het door den landraad te Padang op den 23sten Maart 1887 tusschen partijen gewezen vonnis, waarvan cassatie;

Wijst het geding terug naar den eersten rechter ten einde met inachtneming van 's Hofs arrest de hoofdzaak verder te behandelen en te beslissen;

Veroordeelt den gerequireerde in de kosten.

Zitting van 27 October 1887. Voorzitter: als voren.

A bt . 75 R. R. — A bt . 12 al . 2 A. B. — A rt . 30 R. O. — A rtt . 355 en 357 Rv. — T erugwijzing naar ifen landraad door den raad van justitie in hooger beroep ' rechtsprekende.

De rechter volgens art. 12 al. 2 A. B. en art. 75 B. 11. de godsdienstige wetten enz. der inlanders toepassende, lieeft door de niet vermelding dier artikelen in zijn vonnis niet den vorm bij art. 30 al. 2 R. O. voorgeschreven geschonden.

Be raad van justitie rechtsprekende in liooger beroep van een landraadvonnis kan geene op partijen niet toepasselijke bepalingen van het B. JF. schenden of verkeerd toepassen.

Het geding niet in dien staat zijnde, dat de raad van justitie daarover bij een en hetzelfde vonnis kan beslissen, heeft die rechter art. 355 Rv. niet geschonden of verkeerd toegepast door de zaak naar den eersten rechter terug te wijzen.