raad van justitie te Batavia voornoemd beschouwd moet worden op den 13den April 1886 in kracht van gewijsde te zijn gegaan, waardoor van eene revisie van dat vonnis geen sprake meer kan zijn;

O. dat mitsdien ook het openbaar ministerie met zijne genomen conclusie in revisie onder anderen daarop gegrond, dat de beklaagde tempore utili revisie heeft verlangd, niet ontvankelijk is;

Gelet enz.;

Rechtdoende,

Verklaart het openbaar ministerie niet ontvankelijk met zijne in de zaak van voornoemden beklaagde genomene conclusie;

Verstaat, dat de kosten van deze instantie zullen komen ten laste van het Land.