BOEKAANKONDIGING.

De privaatrechterlijke toestand der Vreemde Oosterlingen op Java en Madoera. — Proefschrift door J. W. C. Cordes. Leiden 1887.

Sedert de invoering der wet op het hooger onderwijs het schrijven van een akademisch proefschrift op nieuw verplichtend stelde voor hen, die naar den schoonen titel van vir doctissimus dingen, heeft zich liet verschijnsel voorgedaan dat sommige doctorandi ter behandeling kozen een onderwerp betreffende de bestuurs-instellingen der bezittingen van Nederlandsch-Tndië in Azië.

Vermits nu ter verkrijging van den doctorstitel in de rechtswetenschap de kennis van de koloniale bestuurs instellingen niet wordt vereischt is de behandeling van een onderwerp, daarmede in verband staande, uitteraard niet de rijpe vrucht der rechtsstudiën aan de Universiteit, niet een in het proefschrift belichaamd eindresultaat, maar eene anticipatie op nog te maken speciale studie voor een speciaal staats- of faculteitsexamen dat den toegang opent tot den rechterlijken en administratieven dienst in N. I.

In den regel worden door hen, die zich na hunne promotie tot den Indischen dienst wenschen voor te bereiden geene proeven genomen op oeconomisch terrein, voor de koloniën van zooveel gewicht, en die wel de vrucht kunnen zijn van de akademische studiën sedert de staathuishoudkunde in haar vollen omvang tot een verplicht examenvak verheven werd — maar bepaalt de keuze zich uitsluitend tot zuiver juridische vraagstukken.

Bij de beoordeeling van zoodanig proefschrift moet dan rekening worden gehouden met het feit dat de voorafgaande