Rechtdoende in hooger beroep,

Verwerpt eerst en vooraf de respectievelijk door 2den en 8den en door lsten, éden, 5den, 6den, 7den, 8sten, 9den en 12den, zoomede den lOden en llden geintimeerde voorgestelde exceptiën;

Ontvangt het appel;

Passeert het door de appellanten subsidiair gedaan verzoek tot benoeming van taxateurs;

Vernietigt het vonnis door den raad van justitie te Makasser op 3 October 1888 tusschen partijen gewezen, waarvan appel;

Ontzegt den eischers hunne vordering en aan de appellanten de namens hen in eersten aanleg genomen conclusiën voor zoover daarvan niet reeds in hooger beroep is afgezien;

Wijst partijen terug naar den te Makasser resideerenden notaris li. F. F. Hultman, voor wien de onderhandelingen over de scheiding en deeling van den onderwerpelijken boedel zijn aangevangen, ten einde met inachtname van dit arrest die onderhandelingen voort te zetten;

Compenseert de kosten, met dien verstande dat ieder zijne eigene kosten zal hebben te dragen, met uitzondering evenwel van die van het verleende verstek, welke komen ten laste der oorspronkelijk niet gecompareerden.

Zitting van 22 Mei 1890. Voorzitter: als voren.

De posita dat eene schuld van f 1800 in ontslaan door verhoekt en geleverd vleesch, dat dit belangrijk bedrag aantoont dal het vleesch niet voor eigen gebruik gestrekt heeft en dat de schuldenaar destijds aannemer was voor de levering van vleesch aan een gesticht en hj datzelfde vlee ch aan dat gesticht heeft verkocht en geleverd, bevatten in zich de voorwaarden, waarop bij art. 581 sub 1 Rv. lijfsdwang is toegestaan.