Tan Eng San, appellant, comp. bij den adv; en proc. Mr. D. Fock, contra

Tio Tek San, geintimeerde, comp. bij den adv. cn proc. Mr. Tb. A. Ruijs.

HET HOOG-GERECHTSHOF VAN NEDERLANDSCII-INDIE, »

Gehoord partijen; Gezien de stukken; Ten aanzien der feiten,

Overnemende het exposé daarvan, vervat In het door den raad van justitie te Batavia (Eerste Kamer) tusschen partijen gewezen vonnis van 18 October 1889, waarbij de opposant kwaad opposant is verklaard tegen het tusschen geopposeerde als eischer en opposant als gedaagde door gemelde rechtbank op 28 December 1888 bij verstek gewezen vonnis; met bepaling wijders dat dit vonnis volkomen effect zal blijven sorteeren en veroordeeling van den opposant in de kosten op de procedure in verzet gevallen ;

En wijders:

O. dat opposant, zich met het vonnis van 18 October 1889 bezwaard achtende, daarvan tempore utili is gekomen in hooger beroep en vervolgens hij conclusie van eisch in appel heeft aangevoerd, enz.;

weshalve is geconcludeerd om, met ontvangst van het appel, te vernietigen het vonnis, waarvan appel en doende wat de eerste rechter had behooren te doen, den eischer en opposant, thans appellant, den in eersten aanleg door hem gedanen eisch en genomen conclusien toe te wijzen met veroordeeling van den gedaagde, thans geintimeerde, in de kosten der beiden instantien ;

O. dat geintimeerde bij conclusie van antwoord in appel de bezwaren van den appellant als ongegrond heeft bestrede;: en tenslotte geconcludeerd tot bekrachtiging van het vonnis a quo cum expensis ;

O. dat partijen vervolgens recht op de stukken hebben verzocht, zijnde daarop de dag der uitspraak bepaald;

Ten aanzien voor het recht,

O. dat geintimeerde bij zijne introductieve dagvaarding eene