min bevonden hoeveelheden koffie, waren opgemaakt, door tus9chenkomst van den algemeenen ontvanger te P., H., het bij de processtukken gevoegd proces-verbaal in triplo (product VI) heeft doen opmaken, waarin opzettelijk valschelijk en in strijd met de waarheid wordt vermeld, dat op den 6en Mei 1884 ten zijnen (beklaagdes) overstaan G. en S. zouden zijn gecommitteerd om tegenwoordig te zijn bij de opname van de koffiepakhuizen, waarin de oogst van 1888 was opgeborgen en alstoen een minder wicht van koffie zoude zijn bevonden van 760.188 picols eerste, en 0.208 picols tweede soort, welk proces-verbaal na door G. en S. onderteekend te zijn en hem toegezonden zijnde, beklaagde heeft onderteekend;

dat op gelijke wijze en tenzelfden tijde twee dergelijke processenverbaal in triplo bij de processtukken overgelegd (producten XI en XII) op verzoek van hem, beklaagde, zijn opgemaakt, waarin opzettelijk valschelijk en in strijd met de waarheid wordt vermeld, dat op den 3en April 1885 en op den 24en April 1886 ten zijnen overstaan door G. en S. voornoemd als daartoe gecommitteerden, bij de opnamen van de koffie, uit de oogsten van 1884 en 1885 in de pakhuizen te P. opgeborgen, een minder wicht aan koffie zoude zijn bevonden, respectievelijk van 963.138 picols gewone bereiding le soort, 0.244 picols West-Indische bereiding le soort, 0.32 picols W. I. bereiding 2e soort, 26.766 picols inférieure soort, en van 512.098 picols gewone, 0.33 picols le soort W. I. bereiding, 0.08 picol geconfiskeerde le soort en 0.03 picol geconfiskeerde 2e soort, welke beide processen-verbaal, na eveneens door G. en S. te zijn onderteekend, beklaagde daarna heeft onderteekend en eindelijk dat beklaagde, bewust als hij derhalve was van de valschheid dezer drie processen-verbaal, daarvan heeft gebruik gemaakt door ze aan de Algemeene Rekenkamer in te dienen, ter verantwoording van de door hem gedurende de jaren voormeld gevoerde administratie.