BURGERLIJKE ZAKEN.

HOOGER BEROEP.

HOOG-GE RECHTSHOF VAN NEDERLANDSCH-INDIE, (Eerste Kamer).

Zitting van 20 Juni 1889.

Voorzitter: Mr. J. Sibenius Trip.

Eigendomsoverdracht wissel. — Wettige houder. — Endossement. — Betaling aan den geëndosseerde door den nemer. ARTT. 182,

188 en 185 Kh.

Een ongedagteekend endossement bewijst niet de eigendomsoverdracht van eenen wissel.

Uit het feit dat de geëndosseerde den wissel voor voldaan heeft geteekend in verhand met de omstandigheid dat deze zich na den vervaldag bevindt in handen van den executeur testamentair in den boedel van den vóór den vervaldag overleden oorspronlcelijken nemer, volgt dat de geëndosseerde uit den boedel van den nemer is betaald en de executeur is de wettige houder.

Art. 138 Kh. geldt niet wanneer de oorspronkelijke nemer door betaling aan den geëndosseerde weder in het bezit van den wissel is gekomen.

Be nemer of endossant is wettige houder, zoo lij slechts op het oogenblik der invordering in het bezit van den wissel is, al had hij ook tijdelijk door endossement het bezit verloren.

LV. 6