dat het in casu gemakkelijker was hen in twee groepen in te deelen, waardoor speciaal de redactie der artikelen 2 en 3 aan duidelijkheid won;

Ad 2 ura , dat uit de door den notaris gebezigde bewoordingen in geenen deele kan worden opgemaakt, dat in casu de maatschap Tjian Tang c. s. compareerde, maar die notaris niets anders vermeldt dan dat zij, blijkens acte dd. 25 December 1878, eene maatschap vormden, eene vrij overtollige mededeeling;

dat, ware het de bedoeling van partijen geweest, om qua maatschap te compareeren, zij opgetreden zouden zijn „als han„delende voor de maatschap, gesloten bij acte, enz. en dezelve „vertegenwoordigende";

dat zij in casu niet zijn opgetreden als voor of namens een ander vermogenssubject handelende, ergo, al deelt de notaris ook ongevraagd omtrent hen mede, dat zij in der tijd te zaraen eene overeenkomst van maatschap hebben aangegaan, in casu moet worden aangenomen dat zij in privé compareerden; zie 's Hofs arrest in W. 1268;

dat deze opvatting de ware blijkt, indien men de acte verder leest;

dat immers, ware de comparant ter eenre „de maatschap Tjian Tang c. s." en de comparant ter andere „de appellant", er alsdan zouden wezen twee compareerende partijen, welke de nieuwe maatschap sloten, zoodat die nieuwe maatschap bestaan zoude uit twee leden, twee vermogenssubjecten, eene maatschap en een manspersoon;

dat dan echter in art. 4 bepaald zou zijn geworden, hoeveel van de winsten of verliezen door de eene, en hoeveel door de andere partij genoten of gedragen moeten worden, terwijl in casu een en ander niet over twee, maar over vier partijen omgeslagen wordt, van welke het juist hier en in de artikelen 7 en 9 zeer duidelijk is, dat zij alle vier separate vermogenssubjecten daarstellen ;

dat zulks te meer klemt, waar in datzelfde artikel bepaald wordt, dat degene (der vier, en niet der twee partijen) die niet binnen zekeren tijd bijpast van de maatschap vervalt, terwijl zijn aandeel onder de overblijvende vennooten wordt verdeeld;