krisgevest aan den beklaagde, tenzij daarop door den eigenaar of rechthebbende binnen dien termijn onder den Griffier beslag zij gelegd overeenkomstig de voorschriften van het Reglement op de Burgerlijke Rechtsvordering;

Gezien de schriftelijke conclusie, namens den Procureur-Generaal door den Advocaat-Generaal Mr. C. L. Brevet genomen en gedagteekend den Sisten Augustus i 890, daartoe strekkende, dat het Hoog-Gerechtshof, met vernietiging van het vonnis tegen den beklaagde gewezen, dezen zal vrijspreken van de tegen hem ingebrachte beschuldiging, met bevel dat hij onverwijld op vrije voeten zal worden gesteld, tenzij hij om andere redenen in hechtenis behoort te blijven, de kosten te dragen door den Lande en met last tot teruggave van de voorwerpen van overtuiging aan de daarop rechthebbenden, namelijk : de krislemtnet en de krisring aan den len getuige Djoemadin en de krisschee en het krisgevest aan den beklaagde Pa Soewali;

Gehoord het rapport van den Yice-President Mr. M. G. Piepers;

O. dat de beklaagde tempore utili revisie heeft verlangd;

O. dat den beklaagde bij de acte van verwijzing is ten laste gelegd, dat hij, des bewust van de onrechtmatige herkomst daarvan, in zijn bezit heeft gehad een kris ter waarde van f 20.—, welke met meer andere goederen ter waarde van ƒ 77.— inden nacht van Donderdag op Vrijdag 7 Maart l 90 door middel van braakpleging aan erfomheining en huiswand, arglistig is weggenomen uit liet huis bewoond door en ten nadeele van Djoemadin uit de dessa Boender, afdeeling Bondowoso, residentie Bezoeki;

O. dat de Landraad terecht op wettige bewijsmiddelen heeft aangenomen dat dit feit, waarvoor de beklaagde heeft terecht gestaan, naar aanleiding van het in zijne zaak gehouden gerechtelijk onderzoek is bewezen;

O. echter dat dit feit noch misdrijf noch overtreding vormt, aangezien daaraan een der elementen der strafbare heling ontbreekt, namelijk de wil om het door het vermeld misdrijf verkregene aan den eigenaar te onttrekken;