De gedaagde, die in den eisch heeft berust, mag geenerlei verwering tegen de hoofdzaak voeren of eenig bewijsaanbod doen.

Hij, die toegelaten zijnde een feit door getuigen te bewijzen, doch daarin niet geheel geslaagd is, is er niet mede bezwaard, zoo de rechter het punt in geschil afhankelijk stelt van het uitzweren van eenen suppletoiren eed.

Veroordeeling in de proceskosten is alleen verplichtend bij vonnissen, die aan het aanhangig geding een eind maken en niet bij incidenteele vonnissen, al wordt daarbij omtrent ondergeschikte punten ook eene definitieve beslissing genomen 183

Artt. 460 en 466 Rv. — Belang van den executant bij de in beslag genomen goederen.—Verwerking van rechten.— Staatsblad 1886 no. 57. — Oogstverband op producten alleen en op producten en onderneming te samen.—

Actie wegens onrechtmatige daad.

Het niet in acht nemen van den termijn van 30 dagen, bedoeld bij art. 466 al. 1 Rv., heeft niet ten gevolge dat het beslag van rechtswege vervalt.

Het verzet tegen den verkoop, bedoeld bij art. 460 Rv, doet dien verkoop schorsen.

De beslaglegger blijft zijn belang bij de terugverkrijging der in beslag genomen goederen, die door een ander aan den bewaarder zijn ontnomen, behouden, al zijn die later door een derde in pandbeslag genomen en verkocht en daardoor van bezitter veranderd.

Men verwerkt geen recht door zich niet te verzetten tegen de handeling van een derde, die geheel overeenkomstig de wet een recht uitoefent of door zelf een recht uit te oefenen, dat de wet toekent.

De eigenaar van in executoriaal beslag genomen goederen kan daarop geen oogstverband verleenen, omdat de verbandhouder daardoor een recht zoude verkrijgen op die goederen, nl. het recht van inbezitname, waarover de verbandgever zelf niet kan beschikken

Oogstverband kan verleend worden op producten alleen en op producten en de ter bereiding daarvan bestemde onderneming en inrichtingen. Het kan dus verleend worden geldig ten aanzien der producten, doch ongeldig ten aanzien van de onderneming enz.

Art. 4 van Staatsblad 1886 no. 57 regelt alleen de bevoegdheid tot verleening van oogstverband op producten en laat onbeslist