strafprocedure is geschied, en oin die reden nietig is en geene rechtsgevolgen kan medebrengen ;

dat derhalve de opgaven van dezen persoon ten processe slechts als inlichtingen ter toelichting en aanvulling van andere wettige bewijsmiddelen mogen dienen, doch zelve geen bewijsmid<ïel vormen en als geene bewijskracht in rechten bezittende getuigenis, gelijk de landraad ze heeft aangenomen, dus door den rechter in revisie moeten worden verworpen;

O. nu, dat indien deze beide getuigenissen als bewijsmiddelen uit het geding worden verwijderd, voor het overige slechts zware vermoedens tegen den beklaagde, doch geen wettig bewijs dat hij zich aan het hem ten laste gelegde heeft schuldig gemaakt, uit het gerechtelijk onderzoek zijn verkregen, en dat hij alzoo daarvan behoort te worden vrijgesproken;

O. verder, dat de beslissing van den eersten rechter omtrent de teruggave der stukken van overtuiging niet is overeenkomstig de wet;

Gezien de artt. 291, 298, 301 en 411 van het Reglement op de Strafvordering voor de raden van justitie op Java enz., en het bepaalde in de ordonnancie afgekondigd in Staatsblad 1889 no. 149;

Rechtdoende,

Vernietigt het tegen den beklaagde gewezen vonnis;

Verklaart zijne schuld aan het hem ten laste gelegde niet bewezen;

Spreekt hem vrij van de tegen hem uitgebrachte beschuldiging ;

Beveelt dat hij onmiddellijk op vrije voeten zal worden gesteld, ten ware hij uit anderen hoofde in verzekerde bewaring zoude behooren te blijven;

Gelast de teruggave van de tot stukken van overtuiging gediend hebbende voorwerpen, na verloop van acht dagen na de dagteekening van dit arrest, te weten: van de vijf flesschen cognac, een halve flescli bier en de twee blikjes sardijnljes, een kistje sigaren en de houten geldkist, in het proces-verbaal der terechtzitting onder b, c en d vermeld, aan den getuige Tjiain Liang Tjioe, van de 95 duiten, daarin onder e vermeld,