principale, liet vonnis van den eersten rechter mede zal belmoren te vernietigen, en den beklaagde, thans requirant van cassatie, van de hem daarbij ten laste gelegde overtreding vrijspreken;
Gezien de aangehaalde bepalingen, art. 171 R. O. en de artt. 320 en volgende en 411 van het R. op de Strafv.;
Rechtdoende,
Ontvangt den eisch in cassatie ;
Vernietigt het vonnis van den raad van justitie te Batavia van den 15den November 1890, waarvan cassatie;
En ten principale rechtdoende,
Vernietigt mede het vonnis van het residentiegerecht te Medan op den 19den Juli 1890 tegen den beklaagde, thans requirant van cassatie, gewezen ;
Spreekt hem vrij van de hem ten laste gelegde overtreding;
Veroordeelt het Land in de kosten des gedings, in de drie instantiëu gevallen.
EERSTE AANLEG.
RAAD VAN JUSTITIE TE SEMARANG.
(Tweede Kamer).
Zitting van 24 Februari 1891.
Voorzitter: Mr. J. M. Brooshooet.
Doodslag op een kind door den vader. — Deskundigen. — Dood ten gevolge van de ruptuur eener ziekelijk aangedane milt, welke ruptuur veroorzaakt is door een moedwillig toegebrachten
slag of schop.