blijkt uit liet feit zelve, dat die vordering eerst op den löden December 1889 wettelijk aan geïntimeerde werd gecedeerd;

dat geïntimeerde dan ook van bet bestaan dier vordering kennis kreeg, toen Oeij Tiang Lam, na den thans appellant bij exploit van 20 Augustus 1889 tot betaling van bet hem krachtens diezelfde hypotheekacte competeerende te hebben doen aanmanen en betaling ontvangen hebbende, de grosse dier acte aan geintimeerde afgaf ;

dat voorts wordt ontkend, dat de onderwerpelijke hypotheekacte eene crediethypotheek bevat, gelijk appellant beweert, vermits de erkentenis bij die acte gedaan door appellant, dat hij aan de drie met name genoemde schuldeischers zekere geldsommen schuldig is ter zake van gekochte en geleverde tabak, niet te rijmen is met het wezen eener crediethypotheek, welke verleend wordt voor eene schuld, waarvan het bedrag en het bestaan onzeker zijn ;

dat de onderwerpelijke hypotheekacte dan ook inderdaad haar ontstaan te danken heeft aan het feit, dat de daarin genoemde drie schuldeischers in het begin van 1877 vernemende, dat appellant in finantiëele moeilijkheden verkeerde, gezorgd hebben, dat hunne respectieve vorderingen door eene hypotheek op al de onroerende goederen van appellant gedekt werden;

dat indien derhalve vaststaat dat de hypotheek in 1877 verleend werd voor eene toen bestaande en vereffende schuld, appellants beweren dat hij die schuld heeft gekweten onmogelijk waar kan zijn, omdat uit zijn eigen productie blijkt, dat de betalingen, welke bij wil doen doorgaan als te zijn gedaan op die schuld, zijn betalingen gedaan op nieuwe schulden, door hem zoowel met wijlen Ko Taij Tjin als met den geintimeerde, gelijk bereids door hem, geintimeerde, bij zijne procureursacte van 18 Juni 1890 is aangetoond;

dat geintimeerde, om dit punt te doen uitkomen in het geding heeft gebracht de handelsboeken (grootboeken), betrekking hebbende op den door wijlen Ko Taij Tjin en door hem, geintimeerde, gedreven handel over de jaren 1881 tot en met 1887 ; dat geintimeerde die boeken niet in het geding heeft gebracht,