De verbintenis om (Ie eenen veroordeelde opgelegde geldboete te zullen betalen, ten einde dezen te vrijwaren voor gijzeling, is, wanneer daarbij, niet gewaagd is van restitutie van het betaalde, eeue schenking, die alleen bij notariëele acte gedaan kan worden

Alleen de dagvaarding bepaalt welke overeenkomst beweerd wordt tusschen partijen te zijn aangegaan.

Voor schenking is niet noodig overdracht eener zaak aan den begiftigde.

Eene bindende schenkingsbelofle is niets anders dan eene schenking.

O Ban 0o, appellant, comp. bij den adv. en proc.

Mr. J. E. Voute, contra

He Kiem Tjiang, geintimeerde, defaillant.

HET HOOG-GERECHTSHOF VAN NEDERLANDSCH-IND1E,

Gehoord den appellant;

Gezien de stukken;

Ten aanzien der daadzaken, overnemende het exposé daarvan, vervat in het tusschen partijen op 15 April 1891 door den raad van justitie te Semarang gewezen vonnis, waarbij de vordering is verklaard te zijn ontvankelijk, de incidenteele vordering tot eedsopdracht is toegewezen, mitsdien is bevolen, dat gedaagde in den grooten Chineeschen tempel te Semarang op 25 Mei 1891, des voormiddags klokke negen, ten overstaan van den Rech ter-Commissaris ad hoe, het raadslid Mr. G. J. A. van Berckel, den navolgenden litisdecisoiren eed zal uitzweren:

„dat het niet waar is, dat gedaagde uit belangstelling in het lot van eischer, die gedaagde geruimen tijd als bediende trouw en eerlijk had gediend en vele gevaren van zijn hoofd had afgewend, en door medelijden met hem en zijn gezin bewogen, zich tegenover eischer heeft verbonden om, wanneer eischers straftijd zoude verstreken zijn, de aan eischer bij vonnis van den raad van justitie te Semarang ddo. 14 Januari 1888 op-