Senior en Bernard Willem Hendrik Weber Junior niet ontvankelijk met het door hen tegen het vonnis van den raad van justitie te Batavia dd. 9 Oetober 1891 bij rekest ingesteld hooger beroep.

EERSTE AANLEG.

RAAD VAN JUSTITIE TE BATAVIA,

(Eerste Kamer).

Raadkamer van 5 Augustus 1891.

Voorzitter: Jhr. Mr. H. L. Wichers.

HOOGER BEROEP.

HOOG-GERECHTSHOE VAN NEDERLANDSCH-INDIE,

(Eerste Kamer).

Raadkamer van 22 December 1891. Voorzitter: Mr. J. Sibenius Trip.

Krankzinnigheid inlandsche vorsten en hoofden. — Bevoegdheid. — Artt. 4, 131, 134 en 138 R.

O. — Art. 230 Inl. Rf.gl. — Staatsblad 1867 no. 10.

De raad van justitie is niet de bevoegde reehter om kennis te nemen van verzoeken tot het in verzekerde bewaring doen stellen wegens krankzinnigheid van personen, bedoeld in art. 1 van Staatsblad 1867 no. 10.