doordat de landraad het door het hoofd van plaatselijk bestuur te Palembang afgegeven besluit (consent), waarbij aan den requirant vergunning is verleend tot het bouwen van een houten overloop of brug, zoomede een rooibillet, afgegeven door den rooimeester aldaar, niet als schriftelijk bewijs (vide art. 160 van hetzelfde reglement) heeft aangenomen;

2o. Schending en verkeerde toepassing van art. 4 al. 1 van voor&angehaald reglement,

doordat de landraad kennis van de onderwerpelijke zaak genomen en zich daartoe niet onbevoegd heeft verklaard, hoewel ter openbare terechtzitting de waarde van de kwestieuze brug door hem requirant was getaxeerd op f 50 en door oorspronkelijk eischer, thans gerequireerde, op ƒ 15, zoodat de magistraat ter hoofdplaats Palembang, die van alle burgerlijke rechtsvorderingen kennis neemt, wanneer het onderwerp van het geschil een waarde heeft van niet meer dan f 50, daarin recht had moeten spreken;

O. ten aanzien van het eerste middel,

dat requirant, die zich reeds in eersten aanleg voor den landraad voor zijn recht om over de betwiste plaats een brug te slaan, uitdrukkelijk op de in dit middel opgenoemde bescheiden beroepen had, blijkbaar hiermede wil te kennen geven, dat de landraad, krachte.is de door hem aangehaalde wetsbepalingen, die bescheiden had moeten aannemen als schriftelijk bewijs voor dat recht, maar dat deze bewering is onjuist, daar de beoordeeling van de bewijskracht van deze bescheiden ten aanzien hiervan aan den judex facti is overgelaten, terwijl het raiddel zijn feitelijken grondslag mist, indien daarmede te kennen gegeven wordt, dat de rechter a quo die bescheiden in het algemeen niet als schriftelijk bewijs opleverend heeft aangemerkt, omdat deze, blijkens zijn vonnis, alleen overwogen heeft, dat zij geen bewijs opleverden voor het door gedaagde gesustineerde recht, maar geenszins, dat zij niet het bewijs zouden opleveren van datgene, waarvan zij volgens de wet tot bewijs strekken; en ten aanzien van het tweede middel, dat dit is ongegrond;