hechtenis bevinden, tenzij zij om andere redenen daarin beliooren te verblijven ;

Verwijst den verdachte Ketadinangga, ter zake van de oplichting, waaraan hij zich zoude hebben schuldig gemaakt, naaiden politierechter te Poerbolinggo.

HET HOOG-GE RECHTSHOF VAN NEDERLANDSCH IN DIE,

Gelezen de beschikking van den wd. oingaanden rechter in de 2de afdeeling op Java en Madura dd. 8 April 1888, waarbij is verklaard, dat de ten laste gelegde feiten ten aanzien van den verdachte Santatroeno geeii misdrijf of overtreding daarstellen, ten aanzien van den verdachte Ketadinangga geen misdrijf, alleen overtreding," met bevel tot hunne onmiddellijke invrijheidstelling, zoo zij zich in hechtenis bevinden, tenzij zij om andere redenen daarin beliooren te verblijven en met verwijzing van den verdachte Ketadinangga, ter zake van de oplichting, waaraan hij zich zoude hebben schuldig gemaakt, naar den politierechter te Poerbolinggo;

Nog gelezen het requisitoir van den Procureur-Generaal dd. 19 April 1888, strekkende tot vernietiging der voorschreven dispositie, met last tot terechtstelling en inhechtenisneming van den verdachte Santatroeno;

O. dat volgens de stukken de 1ste verdachte aan den 2deu verdachte heeft verzocht om een certificaat op te maken, waarbij vergunning werd verleend om een kris, die volgens dat certificaat den lsten verdachte zoude toebehooren, te verkoopen, waarna de 2de verdachte dit certificaat met den naam van den loerah der dessa Karangklesem heeft onderteekend;

O. dat gemeld certificaat dus een getuigschrift is, waarbij een dessahoofd verklaarde, dat de 1ste verdachte wettig eigenaar van de kris is;

dat zulk een getuigschrift rechstreeks valt in de termen van art. 115 van het Wetboek van strafrecht voor Inlanders, bij welk artikel de valschheid in elk soort van getuigschriften strafbaar wordt gesteld, onverschillig of de afgifte daarvan bij