waar het op de voorgaande was afgebroken, namelijk met liet verhoor van den beklaagde, zo,nder dat echter de beschuldiging op nieuw was voorgedragen, na afloop en sluiting van welk onderzoek is beraadslaagd en vonnis gewezen, hetwelk dan ook door ineermeld lid Raden Wirokoesoemo is mede onderteekend;

O. dat hieruit blijkt, dat dit lid niet het geheele geding heeft bijgewoond en daardoor zelfs verstoken is gebleven van de gelegenheid om keunis te dragen van de tegen den beklaagde uitgebrachte beschuldiging, welke in zijne tegenwoordigheid niet is voorgebracht, waaraan niet kan worden te gemoet gekomen door de omstandigheid, dat die schriftelijke beschuldiging is overgelegd, vermits uit het ook voor de rechtspleging onder de Inlanders aangenomen beginsel van mondeling debat ter openbare terechtzitting volgt, dat de rechter van de beschuldiging gesaisisseerd wordt door de mondelinge voordracht en haar daaruit alleen kan kennen en beoordeelen;

O. dat dit verzuim niet vatbaar is voor herstel;

O. toch dat uit eene vergelijking van art. 88 van het llegeerings-Regleraent, 48 van het Reglement op de Rechterlijke Organisatie en 241 sqq. van het Inlandsch Reglement, welke blijkbaar uitgaan van de principiëele veronderstelling, dat dezelfde rechters, die van den aanvang der zitting over de zaak gezeten hebben, ook tot de beslissing en het vonnis zullen medewerken, volgt dat het onderzoek is gehouden in strijd met voorschreven, in het belang der openbare orde vastgestelde wetsbepalingen, mitsdien de daarop gevolgde beraadslaging en het vonnis aan nietigheid lijden;

O. dat een en ander dientengevolge vernietigd en eene nieuwe behandeling der zaak, met terugwijzing daarvan naar den eersten rechter, behoort te worden bevolen en zulks met inachtneming van het voorgaande;

Gelet op de aangehaalde wetsbepalingen, zoomede op art. 13 der Bepalingen omtrent de invoering van en den overgang tot de nieuwe wetgeving en 288 van het Reglement op de Strafvordering voor de raden van justitie op Java enz.;

Rechtdoende,

Vernietigt het door den landraad te Tegal op 5 April 1890