Een ambtenaar, die hem ter uitreiking aan anderen ter hand gesteld traelement niet dadelijk, maar eerst na eenigen tijd, ter uitreiking aan belanghebbenden, opzendt en, om zich over zijne vertraging of nalatigheid te kunnen verantwoorden, datum en nummer van het die gelden geleidend ambtelijk schrijven verandert, pleegt daardoor noch misdrijf noch overtreding.

DE PRESIDENT YAN DEN LANDRAAD TE SIDAJOE,

Gelezen de door den assistent-resident van Sidajoe ingezonden stukken van het voorloopig onderzoek en de desbetreffende beschikking van ZEdG. dd. 26 October jl. in de zaak van den beklaagde Bagoes Nitiatmodjo, oud naar gissing 35 jaren, geboren te Lamongan en wonende in de dessa Soegio, district Goenoeng Kendeng, regentschap Larnongan, residentie Soerabaja, van beroep gewezen schrijver van den Regent van Sidajoe;

O. dat tegen beklaagde het vermoeden is gerezen, als zoude hij het hem door den Regent van Sidajoe ter hand gestelde tractement over de maand Augustus 1839 der oppassers Ronoastro en Sastrowikromo, uitmakende een gesaraenlijk bedrag ad ƒ 20, in stede van terstond na de ter hand stelling aan hem beklaagde, eerst dertien dagen daarna hebben afgedragen aan het desbetreffende districtshoofd ter uitbetaling aan genoemde oppassers en, om zich over deze nalatigheid of vertraging, des gevorderd, te kunnen verantwoorden, hebben veranderd datum en nummer der aan dien betrokken wedono door den Regent gerichte en geteekende missive, die gelden geleidende, door van de cijfers 2414 en 8 te maken 2583 en 25, deze handeling echter noch misdrijf noch overtreding oplevert;

dat toch iedere opzettelijke verminking der waarheid in een geschrift nog niet oplevert eene strafrechtelijke handeling;

dat daarvoor voornamelijk wordt gevorderd, zooals de jurisprudent e steeds aanneemt en ook voortvloeit uit art. 116 van het Strafwetboek voor Inlanders, een bedriegelpk oogmerk om te benadeelen en de mogelijkheid van eigen bevoordeehng en benadeeling van derden;