Op al welke gronden appellant heeft geconcludeerd lot tenietdoening van het vonnis in conventie, waarvan appel en tot toewijzing aan appellant van al zijne in eersten aanleg in conventie genomen principale en incidenteele conclusiën met veroordeeling van geintimeerden in de kosten der beide instantiën van de conventie;

O. dat de geintimeerden bij conclusie van antwoord en van eiscli incidenteel subsidiair in appel vooreerst de ontvankelijkheid van het appel hebben bestreden, op grond dat appellant op 5 April 1891 het vonnis aan de geintimeerden en hunne procureurs heeft doen beteekenen zonder eenige voorbehouding van hooger beroep en daardoor dus te kennen hebben gegeven in het vonnis te berusten; dat appellant nu wel op dienzelfden dag van het vonnis is gekomen in hooger beroep, doch daardoor het effect van de beteekening van het vonnis zonder eenige reserve niet wordt verijdeld en dat in ieder geval niet vaststaat en dan ook ontkend wordt dat de beteekening der dagvaarding in appel heeft plaats gehad vóór de beteekening van het vonnis;

dat geintimeerden verder de door appellant voorgebrachte niet ontvankelijkheidsmiddelen en verdere grieven breedvoerig hebben bestreden met uitzondering van de grief sub littera E vermeld, waaromtrent zij zich hebben gerefereerd aan 's Hofs prudentie; terwijl zij voorts, voor het geval het Hof verineenen mocht dat omtrent het feit sub lett. B nader bewijs op geintimeerden rust, zich bereid hebben verklaard dat bewijs, door staving der sub III van de conclusie vermelde daadzaken, te leveren, en wat betreft de grief sub littera C den appellant hebben gesommeerd te erkennen of te ontkennen een schriftuur, gedagteekend Magelang 5 September 1890, te hebben onderteekend, waarin hij, appellant, zou hebben erkend van af 4 Augustus 1890 niet bij machte te zijn geweest om aan zijne verplichtingen als aannemer te voldoen en dat van af dien datum door de borgen, thans geintimeerden, de levering van rundvleesch heeft plaats gehad en wijders dat hij, appellant, niet meer bij machte is aan zijne verplichtingen als aannemer te voldoen; hebbende geintimeerden ten slotte geconcludeerd: I tot niet ontvankelijk ver-