La clémenee, cette qualité qu'on a vue, dans quelques souverains, suppleer a toutes les antres, devrait donc être bannie d'une législation parfaite oü les peines seraient modérées, ou les jugements se rendraient promptement et selon les regies 1). Welnu, naar dat ideaal heeft men in de strafrechtspraak voortdurend gestreefd in Nederland en er zijn zelfs velen die met mij het nieuwe nederlandsc he strafstelsel niet alleen plus doux maar trop doux achten en bestemd voor eene maatschappij,-op een peil staande dat de nederlandsche nog altijd niet heeft bereikt en waarvan de indische maatschappij nog verre v erwijderd is.

Wij kunnen inderdaad steeds met vrucht ter schole gaan bij de oudere schrijvers die vaak ten onrechte niet meer worden geraadpleegd. Waarin vindt de gratie haar oorsprong? Niet in de behoefte aan een correctief tegen onrecht gepleegd door een rechter, in welk stelsel de rechter zijn taak al zeer zonderling uitoefent, maar wel, zooals Beccaria kort en krachtig zegt: dans 1'absurdité des lois et la rigueur des supplices.

Verbeter uwe strafwetten, hervorm uw strafstelsel en de behoefte aan gratie ve rdwijnt, want gratie is een gunstbewijs dat aan de souvereiniteit als een schoon prerogatief is verbonden en alleen ddar noodzakelijk is waar de strafwet niet is het spiegelbeeld der maatschappij voor wie ze bestemd is of het aangenomen strafstelsel aan de maatschappij afschuw inboezemt omdat het niet meer past in den tijd, omdat do maatschappij zich ontwikkelde en voortschreed op den weg der menschelijkheid terwijl het strafstelsel, harde en ruwe begrippen van vroegere minder ontwikkelde maatsc happijen vertegenwoordigende, stabiel bleef.

Door gratie wordt den schuldige de door hem beloopen straf geheel of gedeeltelijk kwijtgescholden of deze van soort veranderd; die straf moet altijd bij de wet zijn bepaald; nulla poena sine praevia lege poenali; ze heeft een wettelijken, een volkomen rechtmatigen grondslag. Van onrecht jegens den schuldig verklaarde en veroordeelde kan dus geene sprake zijn en hiermede vervalt de basis der redeneering van prof. Büijs.

1) Beccaria. Des délits et des peines. Ik citeer nit de fransche vertaling van David. Paris 1881 pag. 186.