door rehabilitatie mogelijk. Edoch liet doel kon buiten beschouwing blij/en. De hoofdvaaag was: wat is rehabilitatie? en, deze wetenschappelijk goed gedefinieerd, had aan de definitie moeten worden getoetst. Hoe ik de definitie construeerde heb ik aangegeven; 1) mijne definitie: rehabilitatie is het wegnemen van de gevolgen aan de veroordeeling tot eene bepaalde straf bij de wet verbonden — laat met voordacht ter zijde de macht tot het verleenen bevoegd omdat dit het formeele recht raakt en op het karakter en de beteekenis er van geen invloed uitoefent. Het doel er mede beoogd is eenvoudig iemand weer bekwaam maken tot het hebben van rechten tot de uitoefening waarvan de wet hem onbekwaam maakte; het is iemand die ex lege eene diminutio capitis heeft ondergaan, d. w, z. wiens volle rechtsbevoegdheid beperkt werd, op nieuw ten volle rechtsbevoegd maken. Dit geldt in het strafrecht zooowel als in het handelsrecht. Eerloosheid heeft daarmede rechtens niets te maken. Of nu al in de oogen der maatschappij iemand, wien rechten werden ontnomen die iedereen als regèl toekomen, eerloos wordt beschouwd omdat dit ontnemen een gevolg' moet zijn eener' veroordeeling, niet tot eene onteerende straf, want die kennen we niet meer, maar wegens een misdrijf dat de eer raakt, een onteerend misdrijf — is bij de wetenschappelijke behandeling onverschillig. Rehabilitatie heeft nöoit iets anders bedoeld dan het weer habilis maken en dat zal ons spoedig nader blijken als we zullen zien hoe ze in ons stellig reeht vroeger geregeld was. Eerherstel bedoelt ze niet al moge de maatschappij er den smet door zien uitgewischt dien zij, niet het recht, op den persoon drukte. Het jus constitutum kent ook eerherstel, dat beheerscht wordt door de regelen van art. 360 juncto art. 356 van het reglement bp de strafvordering 2), maar dat is heel iets anders; dat eerherstel staat nevens de rehabilitatie, en is altijd daarnevens ■ geregeld ' èn in het oud fransche récht èn in den code d'instruction èri in het nederlandsche recht.

Uit het ontwikkelde volgt dat de eerste stelling: waar geene

2) Artikel 413 jo. 409 Ncd. Wetb. van Strafvordering.