Voor de Delitabak in N. I. geen marJct zijnde, zoo stelt het bestemmen van een deel dier tabak voor verscheping naar Amerika ' geen verduistering daar in den zin van art. 720 Rv., ook al wordt de onderneming gesloten.

De te Londen gevestigde naamlooze vennootschap The Deli Bedagei Tobacco Plantation Limited, appellante, comp. bij den adv, en proc. Mr. Ch. A. Hennij, contra

Den heer Eduard van Angelbeek, vroeger wonende te Batavia, thans te Bnitenzorg, geintimeerde, comp. bij den adv. en proc. Mr. P. Maclaine Pont.

HET IIOOG-GERECHTS1IOE VAN NEDERLANDSCII-INME,

Gehoord partijen;

Gezien de stukken;

Met betrekking tot de daadzaken:

Overnemende de uiteenzetting daarvan, vervat in het tusschen partijen door den President van den raad van justitie te Batavia rechtsprekende in kort geding, op den 18den Juni 1892 uitgesproken vonnis, waarbij hij zich onbevoegd verklaard heeft kennis te nemen van de vordering door de eischeres, thans appellante, ingesteld om, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, de opheffing te beveleu van het bij proces-verbaal van den deurwaarder bij den raad van justitie te Batavia voor de afdeeling Padarg en Bedagei A. E. Hafkenscheid ddo. 8 Februari 1892 op de daarin omschreven roerende goederen der eischeres gelegd conservatoir beslag — met veroordeeling van haar, eischeres, in de kosten van het geding;

En wijders:

O. dat de eischeres, zich met voorschreven uitspraak bezwaard achtende, daarvan tempore utili is gekomen in hooger beroep, en tot adstructie harer grieven in substantie heeft aangevoerd: dat hare vordering op twee middelen berustte en wel: lo. dat aan den geintimeerde de principale vordering, zóóals zij door hem was ingesteld en ter verzekering waarvan het con-