Gezien de stukken;

O. dat namens den requirant als middelen van cassatie zijn voorgesteld :

lo. Schending immers verkeerde toepassing van art. 75 van het regeerings reglement jo. art. 109 ibidem, juncto art. 8, 11 en al. 1 van art. 12 der algemeene bepalingen van wetgeving voor Ned. Indië door 's raads beslissing :

„dat volgens algemeene rechtsbeginselen de meester of werkgever aansprakelijk is voor alle schaden door zijne ondergeschikten in zijn dienst veroorzaakt en mitsdien terecht is beslist, dat appellant tot vergoeding der door de soldeerders aan eischers eigendom toegebrachte schade aan eischer verplicht is," en zulks zonder dat de raad eerst in ten onderzoek is getreden of deze zaak al dan niet bij de godsdienstige wetten, instellingen en gebruiken geregeld is;

2o. Schending dan we! verkeerde toepassing van art. 23 der zegelordonnantie (Staatsblad 1885 no. 131) jo. artt. 1 en 12 ibidem en art. 79 van het Palembang-reglement (Staatsblad 1878 no. 14) door te beslissen :

„dat terecht door deskundigen de vraag is beantwoord, wat thans met de tegenwoordige prijzen van bouwstoften en werkloonen, het weder opbouwen van bedoeld pakhuis zal moeten kosten, daar alleen hieruit het werkelijk bedrag der geleden schade blijkt;"

en door de schade op het door die deskundigen getaxeerde bedrag te bepalen en wijders door 's landraads overwegingen en beslissingen over te nemen door zijne overweging: „dat het vonnis a quo, wat het eerste deel der vergoeding betreft, behoort te worden bekrachtigd;" bij welke beslissingen de raad van justitie acht heeft geslagen op het op bevel van den landraad schriftelijk uitgebrachte verslag van deskundigen, niettegenstaande dit verslag niet op zegel geschreven is;

3o. Schending immers verkeerde toepassing van art. 23 der zegelordonnantie (Staatsblad 1885 no. 131) jo. art. 16 al. 1 ibidem, door dat de raad van justitie blijkens zijne overname van het feitelijk exposé van den landraad, conform dien landraad