te doen, ingevolge art. 774 van het Reglement op de Burgerlijke Rechtsvordering uitspraak doen op de overgelegde stukken en dus zelfstandig beoordeelen of er behoorlijke rekening Is afgelegd en voldaan is aan 's Raads vonnis van 1 3 Augustus 1890 ;

O. dat nu wel is waar appellant beweert, dat geintimeerde zelf heeft erkend, dat hem rekening en verantwoording is gedaan, door bij zijn exploit van 3 Januari 1891 hem appellant te sommeeren om hem vóór 7 Januari 1891 te beteekenen „de op den 22sten December 1890 voor den RechterCommissaris Mr. P. H. Bromberg gediende rekening en verantwoording", doch appellant daarbij voorbij ziet, dat die sommatie niet inhoudt de erkentenis, dat die rekening aan de wet voldeed en alleen eene zoodanige, d. i. eene die een volledig overzicht geeft van het gevoerd beheer en derhalve voor debat vatbaar is, als eene rekening en verantwoording in den zin der wet kan worden aangemerkt;

O. nu dat de door rendant gedane rekening als ontvangsten nihil vermeldende, waar inderdaad niets ontvangen was, voorzeker zou voldoen aan de wet, doch zulks geenszins het geval is, waar blijkt, dat er ontvangsten zijn geweest, hetwelk in casu voortvloeit uit de op de rekening onder de uitgaafposten vermelde „onkosten op verscheepte producten" en dan ook bevestigd wordt door het voorkomende in de bij 's Raads vonnis van 13 Augustus 1890 onder de daadzaken omschreven conclusie van antwoord, waarbij wordt erkend de oogst van producten, onder vermelding echter, dat die niet als ontvangst kunnen opgebracht worden, voordat de provenuen zijn getoucheerd;

Ö. dat nu wel is waar appellant beweert lo. dat een beroep op die feiten zou zijn eene ongeoorloofde aanvulling van rechtsmiddelen, 2o. dat in eene rekening en verantwoording alleen sprake behoeft te zijn van geld en niet van 'producten, doch een en ander is onjuist, daar toch ad I um het aanvoeren van gronden voor de stelling, dat er producten zijn geoogst, geput uit de gediende rekening en uit een tusschen partijen gewezen vonnis niet is het aanvullen van rechtsmiddelen en ad II um de meening, dat eene rekening en verantwoording van eenig gevoerd