Gelet op art. 58 van het Reglement op de Burgerlijke Rechtsvordering ;

Rechtdoende in hooger beroep :

Ontvangt het appel;

Vernietigt het vonnis van den raad van justitie te Macasser dd. 23 Maart 1892 tusschen partijen gewezen, waarvan appel; Verklaart de eischers• niet ontvankelijk met hunne vordering; Veroordeelt hen in de kosten van het geding in beide instanticn.

Zitting van 4 Mei 1S93. Voorzitter en Raadsheeren : als voren.

Aurr. 79S en 835 W. v. K. — Art. 417 B. W. jcto. art. 40 van de Instructie voor de Weeskamers Stbl. 1872 no. 166.—

Art. 1800 B. W.—Geschillen ter gelegenheid van de rekening en verantwoording aan den gefailleerde na het accoord. verwijzing naar den rechter. dagvaarding.—Rapport van den Rechter-Commissaris.— Bevoegdheid van den rechter het geschil te beslissen.—Aansprakelijkheid van de Weeskamer

als curatrice voor verzuimen. OoK in geval

van nalatigheid van hare agenten. lastgeving door de Weeskamer tot inning der pretentien van den failliet en gevolgen van verzuim van den lasthebber.

Geschillen ontstaan ter gelegenheid van de rekening en verantwoording door de Weeskamer aan den gefailleerde gedaan na homologatie van het door dezen aangeboden accoord worden door de enkele verwijzing van den Rechter-Commissaris, zonder dat daartoe een dagvaarding wordt gëeischt, bij den rechter aanhangig gemaakt.

l)ic verwijzing plaats gehad hebbende is de rechter wettig van