O. dat die vordering behoort te worden toegewezen, daar gedaagde als executeur-testamentair liet perceel heeft doen overschrijven op naam van zekere „Sech Oeinar stichting" alhoewel uit het testament van den overledene geene bevoegdheid daartoe te putten was;

O. dat echter de vordering verder strekt om nietig en van onwaarde verklaard te krijgen die handeling van overschrijving en gevolgelijk ook de acte van transport, het bewijsstuk dier handeling, welke strekking in eischers conclusie van eisch zelfs voorop is gezet en daarin dus voorafgaat aan evengenoemde vordering tot overdracht van het bedoelde perceel aan de erfgenamen;

O. dat alzoo behoort te worden onderzocht of de rechter wel bevoegd is die acte van transport, zijnde eene authentieke acte nietig te verklaren zonder dat deze is beticht van valschheid ;

O. dienaangaande, dat de wetgever in den loop der tijden gedwongen is geworden in het belang der maatschappij voorschriften in het leven te roepen houdende regeling van het grondbezit, omdat onzekerheid van grondbezit aanleiding gaf tot al lei lei twist en wanorde en alzoo stoornis van de openbare orde, tegen welke stoornis de slaat behoorde en behoort te waken;

dat die voorschriften, waaronder behoort de ordonnantie op de overschrijving van vaste goederen en het inschrijven van hypotheken op dezelve in Nederlandsch Iudië, gepubliceerd bij Staatsblad 1834 no. 27, met haar bij latere Staatsbladen aangebrachte wijzigingen, alzoo op de openbare orde betrekking hebben;

dat nu met die voorschriften, dat is dus met de openbare orde, in flagranten strijd is de litigieuse acte van transport, daar zij melding maakt van een „Secli Oetnar stichting" van welker bestaan niets blijkt, waaruit dan ook te verklaren is, dat niemand voor den Rechter-Commissaris, blijkens die acte, is gecompareerd om bet transport des perceels te accepteeren, zoodat door dat transport de rechtstoestand des perceels in het onzekere verkeert, beter gezegd, in de lucht hangt;

dat derhalve, bleef dat transport of overschrijving bestaan de