Europ. — Laster. — Openbaar lichaam. — Bestuur eener naamlooze vennootschap. — Strafbaarheid.

Laster gepleegd tegen het bestuur eener naamlooze vennootschap is niet strafbaar.

Onder het woord „lichamen" in art. 292 Strafw. v. Eur. zijn alleen begrepen „openbare" lichamen 234

RAAD "VAN JUSTITIE TE SEMARANG.

(Tweede Kamee).

HOOG-GERECHTSHOF VAN NEDERLANDSCH-INDIE. (Tweede Kamee).

Art. 282 Str. voor Eur. — Laster. — Openbare plaats.

Het afdak van een, midden op een openbaar plein gelegen, zoutverkooppakhnis, waar gewoonlijk het zout aan het publiek wordt verkocht, is een openbare plaats.

De te laste legging aan een hoofd van gewestelijk bestuur, dat hij schuld heeft bij de pacht (opiumpacht) stelt hem bloot aan de verachting der ingezetenen.

Door ten aanzien van zoodanig hoofd van bestunr te zeggen, dat hij, verdachte, na hem beloofd te hebben niet over hem in de dagbladen te zullen schrijven, om een wederdienst verzocht en op de vraag van dat hoofd, wat dat wel zou zijn, het verzoek deed zeker persoon tot assistent-wedono te benoemen, waarop meerbedoeld hoofd dadelijk antwoordde: „het besluitzal morgen uitkomen", zoodat dus die, inderdaad gevolgde, benoeming door verdachtes toedoen was geschied, heeft verdachte in casu aan dat hoofd van bestuur het misdrijf van omkooping ten laste gelegd 339

HOOGER BEROEP.

HOOG-GERECHTSHOF VAN NEDERLANDSCH-INDIE, (Tweede Kamee).

Moedwil of boos opzet. — Niet vermelding in de beschuldiging.

Hoezeer moedwil of opzet een der essentieele kenmerken is van elk misdrijf, vordert geen enkele wettelijke bepaling, dat een dier woorden of een zoodanig dat hetzelfde begrip uitdrukt in de beschuldiging nominatim wordt gebezigd.

Het is alleszins voldoende, dat het openbaar ministerie feiten of omstandigheden stelt, waaruit de moedwil of het boos opzet blijkt 346

EERSTE AANLEG.

RAAD VAN JUSTITIE TE SOERABAJA.