VERHANDELINGEN.

^ Begaat de ambtenaar van den Burgerlijken stand een overtreding van hJ Reglement van den Burgerlijken stand, wanneer hij eene door liem gepasseerde acte van eene op zich zelf staande toestemming tot eene te voren plaats gehad hebbende — hoewel op grond van het toenmaals ontbreken der toestemming van de moeder —■ gebrekkige erkenning van een natuurlijk kind inschrijft in het register der geboorten en van deze toestemming melding maakt aan den kant der geboorleacle van het kind?

De bovenstaande vraag wordt gesteld naar aanleiding van liet volgende geval, dat zich onlangs te Makassar heeft voorgedaan.

In 1881 werd uit eene* niet gehuwde europeesche vrouw een kind geboren. De vader wenschte het kind voor het zijne te erkennen, gaf de geboorte, daarvan bij den ambtenaar van den burgerlijken stand aan met gelijktijdige verklaring, dat hij het kind voor het zijne erkende. De ambtenaar v/d b. s. maakte van de geboorte en die verklaring één acte op, maar vergat de toestemming der moeder te vragen, die in le/en was en dus volgens art. 2S4 Burg. Wetb. in de erkenning moest bewilligen. Dit verzuim nu wenschte de moeder te herstellen en begaf zich daartoe in April j.1. naar den ambtenaar v/d b. s. alhier, aan wien zij verklaarde, dat zij hare toestemming alsnog gaf tot de in 1881 door den vader gedane erkenning van het kind. Van deze toestemming maakte de ambtenaar v/d b. s. een acte open schreef deze ddo. 8 April 1893 sub no. 16 in liet register der geboorten in, tevens aan den kant van de geboorteacte van het kind melding makende van deze toestemming.

De vraag is nu :

LXI. 5