Zitting als voren.

Voorzitter en Raadsheeren: als voren.

Art. 4 der Bepalingen opgenomen in Staatsblad 1882 no 152.—

Art. 8 R. Örg. — Priesterraden. — Kosten — Vordering

tot betaling daarvan. executoir-verklaring.

Loon van den boedelvebdeeler. — Regeling

van het bedrag daarvan.

Be vordering van den priesterraad, ingesteld voor den landraad, tegen eene, bij een door hem geivezen vonnis, in de hosten veroordeelde partij ter zake van de betaling dier kosten is een zelfstandige Voor het instellen daarvan is voorafgaande executoir-verklaring van dat vonnis geen vereischte. (Hof en Raad).

Waar eenige personen niet zijn partij voor den priesterraad in zake boedelver deeling, in dier voege dat deze niet door hen is gevorderd, is door de beslissing, dat zij, omdat de zaak ook in liwn belang gewezen is, mede in de betaling der kosten moeten deelen, het bepaalde bij het slot van art. 4 van Staatsblad 18d2— 152 (samenstelling enz. der priesterraden) omtrent het aan partijen in rekening brengen van kosten, geschonden noch verkeerd toegepast. (Hof).

Onder die kosten is ook begrepen hei loon dat aan den priesterraad als boedeloerdeeler toekomt. Be hoegrootheid van het bedrag wordt geregeld bij de daaromtrent bestaande plaatselijke gebruiken. (Raad).

Dc inlandsclie vrouw Bok Ajoe Sarwie, zonder beroep, eerder weduwe van Radjie Abdulkadir alias Mas Beij Tirto Koesoemo, thans gehuwd met en ten deze b gestaan door den inlander Hadjie Oesman, beiden wonende te Goebeng onder Soerabaja, 2o. Djojo, ook geschreven Djoko Mohamad Ali, thans genaamd Mas Ingebeij Terto Koesoema alias Djoko Mohamad Ali zonder beroep, wonende te Soerabaja, 3o. de inlandsche vrouw Bok Lot o Patima, huisvrouw van en ten deze bijgestaan en gemachtigd door den inlander Mas Beij Widjojo Koesoemo, zonder beroep, beiden wonende te Goebeng onder Soerabaja; 4o. Mas Beij Sotro Koesoemo ook geschreven, Mas Beij Sosro adi