Rechtdoende:

Spreekt den beklaagde Tjabe Kramer vrij van de hem ten laste gelegde overtreding ;

Gelast de teruggave van de als stukken van overtuiging geproduceerde geweren aan den beklaagde;

Verwijst den lande in de kosten van het geding.

Van dit vonnis kwam de officier van justitie te Soerabaja in hooger beroep.

Namens den Procureur-Generaal werd door den Advocaat-Generaal Mr. A. Dull in appel aangevoerd, dat in casu wel degelijk sprake was van verboden invoer, op grond dat het voor toepassing van art. 1 van Staatsblad 1876 no. 302 voldoende was, dat vuurwapenen van elders binnen het gebied der territoriale wateren waren aangebracht, vermits de bepalingen tot tegengang van den invoer van vuurwapenen een andere strekking hebben dan om het ontduiken van de betaling van invoerrechten te beletten, — nl. het voorkomen van het bezit van dergelijke wapenen onder de bevolking.

Bij arrest ddo. 26 Juli 1893 bekrachtigde echter de Tweede Kamer van het Hoog-Gerechtshof in Ned.-Indië (wd. Vr. Mr. W. J. Essers) 's Raads vonnis op de daarin aangevoerde gronden.

RAAD VAN JUSTITIE TE MAKASSAR.

Zitting van 19 Juli 1893.

Voorzitter: Mr. K. A. de Jongh.

Leden: Mrs. R. II. Kleun' en J. M. Ch. E. i.e Rütte.

Art. 6 § l Reglt. Burg Stand, Staatsblad 1849 no. 25.— Erkenning door den vader bij de geboorteacte. —• Latere acte van toestemming door de moeder in iiet geboorteregister ingeschreven. — Aanïeekening daarvan op den kant

der geboorteacte.