Maatschappij, geene bedriegelijke reclame Was, daar de Efcompto Maatschappij blijkens de overgelegde notulen die bekendmaking niet op de spaarboekjes had laten plaatsen.

Zij trad op als kassier der spaarbank, op aandrang van de spaarbank zelve, die daarin een uitstekend middel van controle op de inlagen zag.

In de notulen is dit punt, breedvoerig besproken.

De kwade trouw van verdachte is dus niet twijfelachtig en hef is om die reden, dat de ondergeteekende meent te moeten concludeeren tot het verleenen van den rechtsingang.

Weshalve de Procureur-Generaal;

Gelet op art. 72 van het Reglement op de Strafvordering;

Concludeert:

dat het Hoog-Gerechtshof zal vernietigen het vonnis van den raad van justitie te Batavia, waartegen verzet en alsnog rechtsingang met bevel van dagvaarding in persoon zal verleenen tegen den in hoofde dezes genoemden verdachte, ter zake dat hij: de schrijver is van twee artikelen, voorkomende in het Bataviaasch Handelsblad van 19 April 1893 no. 89 en 21 April 1893 no. 91, beiden tot opschrift voerende „de Bataviasche Spaarbank" en geteekend H. welke artikelen op zijnen last zijn opgenomen en daarna op de gebruikelijke wijze verspreid, en waarin hij met de bedoeling om te beleedigen, het Bestuur der NederlandschIndische Escompto Maatschappij, bestaande uit de Heeren Voute, van Delden, van Dorsser, van den Berg en de firmanten der firma Tiedeman en van Kerchem, de Heeren Baud en Jannette Walen, ten laste legt:

lo. „dat dit alles (id est: al het vroeger in het artikel me,/legedeelde) niet anders is dan een reclame, nog wel eene „bedriegelijke, er op aangelegd om de Escoinpto Maatschappij „te doen doorgaan voor de spaarbank, en dat wel om de stortingen, dus het grootste kapitaal aan de administratie der „spaarbank toevertrouwd, aan haar kas te onthouden ten behoeve „der Nederlandsch-Indische Escompto Maatschappij";

— in het artikel van genoemd blad van 21 April 1S93 no. 91 op bladzijde 1 kolom 2;