troffen onder de Inlandsche bevolking. Daar nu geen bepaalde adat of godsdienst wordt aangeduid, geen streek als voorbeeld, geen toestanden als de normale worden genoemd, hebben alle gelijk recht op erkenning. Zelfs voor Java en Madoera geldt dit recht van gelijke erkenning voor de variëteiten van adat, die daar voorkomen.

• Wel is elders (niet in artt. 75 of 78) een scheiding gemaakt tusschen Java met Madoera en de Buitenbezittingen, maar evenmin als deze laatste om deze onderscheiding als een gelijkvormige eenheid kunnen worden beschouwd, is dit voor Java en Madoera geoorloofd. Mogen deze — en wel voornamelijk ten opzichte der bestuursinrichting, administratie en belastingen — een betrekkelijk gelijkvormig geheel zijn; ieder die Java maar eens doorreist, zal dadelijk opmerken dat hier toch zeer belangrijk verschillende toestanden voorkomen. Ik releveer slechts het verschil in godsdienstig leven, dat in agrarische- en dat in ekonomische toestanden.

Overal waar een gedecideerd gewoonterecht bestaat, acht ik dan ook de eerbiediging van dit gewoonterecht geboden, al is de kring, waarbinnen dit heerscbt zeer klein, — natuurlijk behoudens het hooger gezag der wet.

Hetzelfde behoort te worden inachtgenomen voor dat deel der adat, dat een deel der rechtspraak regelt, voorzoover door de wet erkend; al was het maar omdat art. 78 al. 2 R. R. spreekt van „hun priesters" en omdat de woorden „van denzelfden landaard" de mogelijkheid uitsluiten, dat hier bedoeld zou zijn één uniforme priesterrechtspraak voor alle Inlanders.

Neemt men wat ik hier vooropstel niet aan, dan zouden de regelen van kompetentie, die Mr. P. historisch heeft afgeleid, evengoed geldig zijn voor Celebes of Padang, als voor Batavia en Lebak. Art. 78 R. R. noemt Midden-Java in het geheel niet en evenmin Java of de Javanen. Het betreft geheel Ned. Indië en spreekt van Inlanders. Mag men nu op grond van dit artikel voor geheel Java geldig verklaren dat wat geldt of gold voor Midden-Java en de eigenlijke Javanen, dan kan men dit evengoed tot richtsnoer nemen voor een ander