gelaten, ten ware reeds een begin van bewijs bij geschrifte inoc'nt bestaan."

Het moederschap kan o. a. worden bewezen door een aangifte bij den Burgerlijken Stand, binnen drie dagen na de bevalling (art. 37 B. S.):

„De aangifte der geboorte van een kind zal door den vader moeten worden gedaan of, bij gebreke van dien, door de geneeskeeren, heelmeesters, vroed meesters, vroedvrouwen of andere personen, welke bij de bevalling zijn tegenwoordig geweest, of wel, wanneer de moeder buiten hare woning bevallen is, door den persoon, te wiens huize liet kind is geboren (art. 39 B. S.).

Wanneer het kind buiten echt geboren is, mag de naam des vaders niet bij de acte worden vermeld, ten ware hij het kind, hetzij in persoon, hetzij door eenen gemachtigde bizotiderlijk daartoe bij authentieke acte aangesteld, erkenne (art. 41 B. S.)."

Zooals men ziet, is de ongehuwde Europeesche. moeder niet verplicht hare schande te openbaren; maar moet de aangifte harer bevalling geschieden door derden, die de wet uitdrukkelijk aanwijst.

Dit heeft soms ten gevolge, dat die derden, geheel ter goeder trouw, een aangifte doen, die althans gedeeltelijk onjuist is.

Heeft de ongehuwde moeder, bij voorbeeld, een anderen naam aangenomen en is zij buiten hare woonplaats bevallen, niets natuurlijker dan dat die aangenomen naam ook voorkomt in de aangifte bij den Burgerlijken Stand. (1)

Dat zulk een aangenomen naam het onderzoek, wie moeder v an het kind is, niet vergemakkelijkt, behoeft wel geen betoog.

Gelukkig kan het bewijs ook door getuigen geleverd worden, wanneer reeds een begin van bewijs bij geschrifte mocht bestaan

(1) Wanneer er twijfel bestaat omtrent de waarheid van den opgegeven naam, het beroep en de woonplaats der moeder, alsdan zal daarnaar geen onderzoek mogen gedaan worden.

Uet kan gebeuren, dat eene ongehuwdo moeder, om hare schande te verbergen, onder een verdichten naam, in een gasthuis of ander