1 kaen batik kaliwoengoe / 3 „ 0 50 2 ringen met steenen ter gezamenlijke waarde van ƒ 3.50 nadat hij zich toegang tot die woning had verschaft door voor Njie Ones met dezelfde uiterlijke kenteekenen van politie-oppaste verschijnen en haar dezelfde logenachtige verklaring te doen als boven sub I, waardoor Njie Ones er toegekomen is om beklaagde in hare woning toe te laten ;

Subsidiair:

als zoude hij — na reeds te voren wegens diefstal ter politierol te zijn gestraft — in de kampong Pasirpeundeuj voornoemd :

A. arglistig hebben weggenomen :

lo. op Dinsdag, 21 November 1893, uit het bewoonde huis van de Inlandsche vrouw Njie Amah, eene aan deze, althans niet aan oeklaagde, toebehoorende som van ƒ125;

2o. te ongeveer middernacht van Dinsdag op Woensdag (malem Rebo) 21/22 November 1893 uit het bewoonde huis van de Inlandsche vrouw Njie Ones de aan deze, althans niet aan beklaagde, toebehoorende goederen als:

1 kaen batik kaliwoengoe ..ƒ3 2 ringen met steenen 0.50 ter gezamenlijke waarde van ƒ 3.50;

B. zonder van de bevoegde macht een aanstelling tot politieoppasser te hebben gekregen:

lo. zich den gebruikelijken bandelier met koperen plaat, behoorende tot de uiterlijke kenteekenen van oppasser van den Tjamat van Gekbrong (sfdeeling Tjiandjoer) hebben omgehangen, onder valsche verklaring van Neng Karas te heeten en oppasser van den Djaksa van Tjiandjoer te zijn en door dezen tot het doen van huiszoeking bevolen ten huize van de Inlandsche vrouw Njie Amah op Dinsdag 21 November 1693 huiszoeking hebben gedaan, volgens beklaagde, om naar aan den broeder van dien Djaksa en te Tjidjoho ontvreemde goederen te zoeken;