bandelier en geleidebrief aan den getuige Atmawinata; bindtouw aan den beklaagde ;

na verloop van acht dagen, nadat dit vonnis in kracht van gewijsde zal zijn gegaan, tenzij daarop binnen voormelden termijn onder den griffier door den eigenaar of rechthebbende beslag zij gelegd overeenkomstig de wet.

JURISDICTIE-GESCHIL.

RAAD VAN JUSTITIE TE MAKASSER.

Terechtzitting van 9 Februari 1893.

Voorzitter: Mr. K. A. de Jongh.

Aar. 349 Gei.. Regl. (Staatsblad 1882 no. 22). — Plaats

waae het misdrijf is gepleegd. iüem waar bekl. is

in hechtenis genomen. bevoegde rechter.

Volgens art. 349 van het Celebes-Regl. (Staatsblad 1882 no. 22,1 is elke Landraad bij voorkeur bevoegd om kennis te nemen van misdrijven, binnen den omvang van zijn rechtsgebied gepleegd. IVanneer het bezigen van bedriegelijke middelen is aangevangen Is A., doch die handeling is voortgezet op reis naar B., en daardoor de afgifte van het goed te B. is tot stand gekomen, dan u in werkelijkheid het misdrijf van oplichting te B. gepleegd, en u de Landraad te dier plaatse bij voorkeur bevoegd van dal misdrijf kennis te nemen. Wanneer een bekl. krachtens een bevelschrift van inheclitenisstelling van de bevoegde autoriteit te A. van B. naar A. is opgezonden, en aldaar verder aangehouden, m oet hij beschouwd worden te A. te zijn in hechtenis genomen.