Delict iiberall da begangen, wo irgend eine der verschiedeneu Ausführüngshandelungen vorliegt." Overal waar men werkzaam is geweest, overal waar die werkzaamheid een beoogd gevolg na zich sleept, wordt gehandeld, onverschillig of men zich de vraag stelt: op het grondgebied van welken staat is misdreven dan wel binnen het ressort van welken Nederlandsch-Indischen rechter ?

Zal nu voor het Reglement op de Strafvordering bij de raden van justitie enz., dat trouwens in hoofdzaak eene copie is van het Nederlandsch Wetboek op de Strafvordering, dezelfde zienswijze moeten gedeeld worden, waar het geldt de regeling van de relatieve bevoegdheid van de officieren van justitie en mitsdien van de raden ? Ik meen daarop in de eerste plaats voor de natuurlijke handelingseenheid (en het misdrijf van oplichting is een niet samengesteld delict) een ontkennend antwoord te moeten geven. Wel houdt prof. van Hamel 1. c. pag. no. 209 vol, dat de ruime opvatting (meervoud van locus delicti) niet alleen voor art. 2 Ned. Strafwetboek, maar ook voor Strafvordering kan worden aangenomen, maar slechts waar hij verklaart dat voor het forum binnenlandsch hetzelfde stelsel zal aangenomen moeten worden als voor de questie van het plegen van misdrijf op vreemd of eigen territoir,- kan ik met hem medegaan. Immers de omstandigheid, dat art. 23 N. I. Strafv. veroorlooft de bemoeienis van alle officieren van justitie daar genoemd, maar bij gelijktijdige bemoeienis den voorrang regelt, sluit in zich dat de laatste alinea van dit artikel bestemd is om alle botsing onmogelijk te maken en geschillen van relatieve conpetentie in den aanvang te stuiten. Er is mitsdien eene belangrijke verbetering van de Fransche C. d'Intruction die deze laatste toevoeging mist, welk gemis dan ook de bovenaangehaalde arresten van het Fransche Hof van cassatie aannemelijk maken. Trouwens in vroegere tijden dachten de auteurs slechts aan één forum delicti coramissi; de nieuwere theorie was voorzeker tijdens het vervaardigen der wet niet doorgedrongen.

Duidelijker toont evenwel de redactie van art. 349 CelebesReglement (art. 241 I. R.) dat men zich hier nimmer anders