het hloote feit, dat de meester belang had bij de nakoming der

instructies, niet de gevolgtrekking, dat deze zijn de conditio sine qua non voor het ontstaan of voortbestaan der overeenkomst.

Be overeenkomst van huur en verhuur van diensten behoort tot de zoodanige, Kaarvan de aard en strekking medebrengen, dat het bedongen loon slechts tegenover en eerst na praestatie van denst is verschuldigd.

Willem Frederik Koppescbaar, zonder beroep, wonende te Soerakarta, appellant, compareerende bij den Advocaat en Procureur Mr. J Gerritzen, contra

W. van Daalen, administeur van de houtaankaponderneming Banjoemening, residentie Semarang, en aldaar woonachtig, geïntimeerde, compareerende bij den Advocaat en Procureur Mr. A. Maclaine Pont.

HET HOOG GERECHTSHOF VAN NEDERLANDSCH-INDIE,

Gehoord partijen;

Gezien de stukken;

Ten aanzien van de feiten :

Overnemende het exposé daarvan in het vonnis van den Raad van Justitie te Semarang ddo. 12 April 1893, tusschen partijen gewezen, waarbij de ingestelde vordering ontvankelijk is verklaard, doch niettemin is ontzegd, met veroordeeling van den eischer, thans appellant, in de kosten ;

O. dat de eischer, zich met dit vonnis bezwaard gevoelende, daarvan binnen den wettelijken termijn is gekomen in hooger beroep, en, na bij 's Hofs beschikking ddo. 24 Augustus 1893 verlof tot pro deo procedure te hebben bekomen, voor eisch in appèl heeft geconcludeerd: dat het den Hove moge behagen te ontvangen het appèl, te vernietigen het tusschen partijen gewezen vonnis van den Raad van Justitie te Semarang ddo. 12 April 1800 drie en negentig, voorzoover daarvan is geappelleerd; en, doende wat de eerste rechter had behooren te doen, alsnog den appellant zijn in eersten aanleg