verzoek Leeft afgegeven, zonder daarvoor eenig geld of goed te hebben genoten 522

Artt. 6, 7e en 8e en 18 Burg. Rechtsv. — Bekend verblijf. Werkelijke en gekozene woonplaats.

Iemand die buiten Ned.-Indië woonachtig is, maar binnen Ned.Indië domicilie heeft gekozen voor een met een ander gesloten contract, moet beschouwd worden tusschen partijen een bekend verblijf te hebben. Een sommatie aan dien persoon moet in dat geval uitgebracht worden aan de gekozen woonplaats, krachtens art. 13 Burg. Rechtsv.

Art. 24, tweede alinea, van het Burg. Wetb. is in dat geval niet van toepassing (implicite) 610

Art. 9 Stblad 1834 No. 27.—Terugvordering van onverschuldigd betaalde boete wegens te late overschrijving. — Art. 98 Reg. Regl. juncto Stblad 1890 No. 73.— Bevoegd held van den rechter.—Oud-Hollandsch recht.—Bezit.— Art. 24 Overgangsbepalingen.

De boete wegens te late overschrijving van onroerende goederen, bedoe'd in art. 9 van Stblad 1834 No. 27, is ook eene belasting. De terugvordering van zoodanige onverschuldigd betaalde boete behoort, ook krachtens art. 98 van het lieg. Regl., tot de beoordeeling door de rechterlijke macht, en wel in eersten aanleg door de Raden van Justitie.

Art. 24 der Overgangsbepalingen bewaart het stilzwijgen omtrent eigendomsovergang bij erfopvolging, en kan dus niet ten doel hebben om de Ordonnantie op de overschrijving in Stblad 1834 No. 27 in dat opzicht ter zijde te stellen.

Bij de interpretatie van laatstgenoemde Ordonnantie behoort met het Oud-Hollandsch recht te rade te worden gegaan. V olgens dat recht gaat het hezit der tot eene nalatenschap behoorendo goederen niet van rechtswege op de erfgenamen over, maar wordt daartoe eerst de aanvaarding der nalatenschap vereischt De termijn van zes maanden, bedoeld bij art. 2 der Ordonnantie op de overschrijving, loopt derhalve eerst van af de aanvaarding.

Wel werden, volgens het Oud Hollandsch recht, door het be ginsel van „hertrek" de erfgenamen ten slotte geacht het bezit dadelijk van den erflater verkregen te hebben, doch dit moet op den termijn van overschrijving zonder invloed zijn, vermits deze, op een later tijdstip dan het overlijden aanvangende, niet door een rechtsfictie in zijn loop gestoord kan worden . . . 615