hoedanigheid, gepleegd, indien die nalatigheden bestaan in het niet verrichten van handelingen big de statuten voorgeschreven. Volgens de artt. 1655 en 1656 Burg. Wefb. zijn de bestuurders van een zedelijk lichaam, voor zooverre daaromtrent niet anders in de statuten is bepaald, gerechtigd om in naam van het lichaam te handelen. In dat geval is het lichaam aansprakelijk voor de handelingen der bestuurders. Die aansprakelijkheid houdt dan alleen op, wanneer de bestuurders in 't algemeen onbevoegd waren tot de handeling.

1. Khouw Keng Houw, handelar,

2. Thio Ke Gie, klerk,

3. enz.,

allen leden van het te Batavia gevestigde begrafenisfonds Tjoe Hoe Tee Beng en allen wonende te Batavia, appellanten, eompareerende, met uitzondering van die genoemd sub nummers 73, 146, 158, 178 en 199, bij den Adv. en 1'roc. Mr. Ch, A. Henny

contra

le. het te Batavia gevestigde Begrafenisfonds Tjoe Hoe Tee Beng, en

2e. den Chinees Lie Piauw Seng, kassier in diens hoedanigheid van na den dood van Ong Kim San door het bestuur van het voormelde fonds gekozen President van dat bestuur, wonende te Batavia, geïntimeerden, eompareerende bij den Adv. en Proc. Mr. D. Fock.

HET HOOG-GERECHTSHOF VAN NED ER LA N DSCH-IN DIE,

Gehoord partijen ;

Gezien de stukken:

Ten aanzien der daadzaken, enz.

Ten aanzien van het recht:

O. in de eerste plaats wat aangaat de bewering der geintimeerden, dat het appèl niet ontvankelijk zou zijn, doordien slechts 209 van de 225 eischers in appèi zijn gekomen, zonder de 16 overblijvenden in het geding te roepen, terwijl verder nog 5 der appellanten zijn teruggetreden, zoodat slechts door 205 van eisch in appèl is gediend;