Weeskamer is opgedragen, dan gaan alle rechten en verplichtingen,

welke, met het oog op dat heheer, aan den voogd toekwanen, aan die Weeskamer over, en blijft de voogd alleen belast met het toezicht over de personen der minderjarigen. Alsdan verkrijgt daardoor ook dat college, en niet de voogd, het recht om aan den rechter machtiging te vragen tot afschrijving, verkoop en overbrenging der opbrengst bij de Wee kamer van aan de minderjarigen behoorende inschrijvingen op het Grootboek der 3Y 2 % Nederl. werkelijke schuld. Immers zulks is een daad van beheer.

HET HOOG GERECHTSHOF VAN NEDERLANDSCH-INDIE,

Gelezeti het request, gedagteekend Batavia 14 Juli 1894, van den Advocaat en Procureur Mr. Taco Henny, handelende ten deze blijkens overgelegde volmacht voor en namens de Weeskamer te Soerabaja, gevestigd te Soerabaja, handelende als bij beschikking van den Raad van Justitie te Soerabaja ddo. 26 Juni 1886 belast met het beheer over het vermogen van de minderjarigen Wilhelmina, Marianna en Henricus Zacharias Alexander Gutteling, houdende het verzoek, dat het Hof in hooger beroep te niet moge doen de beschikking van den Raad van Justitie te Soerabaja ddo. 26 Mei 1894, waarbij het door de Weeskamer voornoemd gedaan verzoek is geweigerd, dat haar eene gelijke machtiging, als de aan Mevrouw F. E. J. M. E. Tijndall de Yeer, weduwe van den Heer Mr. H. Z. A. Gutteling, bij 's Raads beschikking van den 18den April 1894 verleende, moge worden verleend, om de tot het vermogen der genoemde minderjarigen bekoorende inschrijving op het Grootboek der 8t/ 2 % Nederlandsche werkelijke schuld, groot ƒ 4500.—, gesteld ten name van: Gutteling (de Weeskamer te Soerabaja als beheerende het vermogen van de minderjarigen Wilhelmina, Marianna en Henricus Zacharias Alexander) van het Grootboek te doen afschrijven, te verkoopen en de opbrengst daarna bij de Weeskamer te Soerabaja over te brengen, en doende wat de Raad van Justitie te Soerabaja had behooren te doen, alsnog de Weeskamer te machtigen om de bovenbedoelde inschrijving