dat eene ten laste gelegde, doch niet bewezene, verzwarende omstandigheid niet door eene andere, niet ten laste gelegde, mag worden vervangen, tenzij met inachtneming van het bepaalde bij artikel 273 van het zoogenaamd Inlandsch Reglement;

dat dit artikel in casu niet is toegepast, weshalve in de omschrijving van het door beklaagde gepleegde misdrijf van buitenbraak geen gewag mag worden gemaakt;

O. dat de opgelegde straf in juiste verhouding staat tot de zwaarte van het gepleegde misdrijf;

O. dat mitsdien het vonnis, alleen voor zooveel betreft de qualificatie van het misdrijf, behoort te worden verbeterd;

Gezien de artikelen 295, 301 en 411 van het Reglement op de Strafvordering voor de Raden van Justitie op Java, enz., zoomede de artikelen 25, 27, 30, 37 en 302 le van het Wetboek van Strafrecht voor Inlanders;

Rechtdoende :

Verklaart den beklaagde schuldig aan: „medeplichtigheid aan diefstal bij nacht in een bewoond huis, door het des bewust helen van een deel van het gestolene, onder verzachtende omstandigheden, na reeds te voren wegens misdrijf tot de straf van dwangarbeid voor den tijd van langer dan één jaar te zijn veroordeeld geweest".

Bekrachtigt overigens het vonnis.

Veroordeelt den beklaagde bovendien in de kosten in revisie gevallen.

Raadkamer van 8 Oclober 1894.

Voorzitter: als voren.

Overtreding. — Bevoegdheid.

Wanneer, in overeenstemming met de acte van verwijzing, in de beschuldiging, tegelijk met eenige misdrijven, ook ten laste is gelegd eene overtreding, welke strafbaar is gesteld met ten arbeid-